• Door naar de hoofd inhoud
  • Home
  • Over DeVerandermotOR
    • Visie, kernwaarden & werkwijze
    • Waarom DeVerandermotOR
    • Het team
    • Ervaringen
    • About (English version)
  • Onze expertise(s)
    • Verandertrajecten
    • Financiële analyses
    • Versterking medezeggenschap
    • Duurzame Inzetbaarheid
  • Nieuws & Inspiratie
    • Nieuwsbrieven
    • Blogs
    • Whitepapers
    • Boeken
    • Tip: Podcast
  • Contact

DeVerandermotOR

Header Rechts

085 080 56 66
[email protected]

Nieuws

12 mei 2022

Werknemers duurzaam inzetbaar houden met het STAP-budget

Vanaf 1 maart 2022 konden mensen voor het eerst een aanvraag indienen voor het STAP-budget: een subsidieregeling voor scholing en ontwikkeling. Deze regeling vervangt de fiscale aftrek van scholingskosten. Elk jaar wordt hiervoor 218 miljoen beschikbaar gesteld door de overheid. Per persoon is dit maximaal 1.000 euro. Binnen twee dagen was het gehele budget op, maar gelukkig heeft de overheid het verspreid over vijf tijdvakken in het jaar, elke twee maanden.

Ondernemingsraad voor Dummies

Duurzame inzetbaarheid op macro-niveau

Aangezien de overheid een bijdrage levert aan het competent houden van mensen op de arbeidsmarkt, spreken we van duurzame inzetbaarheid op macro-niveau (nationaal) – op “grote” schaal dus. Hier moet ook op meso- (organisatie) en micro-niveau (individueel) aandacht voor zijn. Veel mensen denken bij duurzame inzetbaarheid aan gezondheid en vitaliteit, maar het is breder dan dat. Ook het ontwikkelen van kennis en vaardigheden valt onder duurzame inzetbaarheid.

De invloed van het STAP-budget op duurzame inzetbaarheid

Het STAP-budget is te gebruiken voor opleidingen of cursussen die de persoon in kwestie verder zouden kunnen brengen op de Nederlandse arbeidsmarkt; bijvoorbeeld om het personeelstekort te verhelpen, door een werknemer op te leiden voor een baan waar moeilijk iemand voor te vinden is. Maar het kan ook gaan om beroeps-specifieke ontwikkeling, waarbij huidige werknemers verder of breder opgeleid worden in het vakgebied waarin ze werkzaam zijn. Dit resulteert in werknemers die hun duurzame inzetbaarheid vergroten en met hun vakgebieden meegroeien.

De OR heeft vooral de taak om duurzame inzetbaarheid op meso-niveau te stimuleren. Maar hoe gaat dat in zijn werk?

STAP-budget op meso-niveau

Natuurlijk is het van belang dat werknemers de regie nemen over hun eigen loopbaan, maar ook de organisatie heeft er baat bij om het gebruik van het STAP-budget aan te moedigen.

De OR kan hierbij helpen en heeft een aantal mogelijkheden om het STAP-budget in het kader van duurzame inzetbaarheid te stimuleren binnen de organisatie.

De OR heeft namelijk een zorgplicht. Hieronder valt bijvoorbeeld het stimuleren van duurzame inzetbaarheid van de medewerkers, nu en in de toekomst. Zorg als OR voor bewustzijn over het STAP-budget voor je collega’s. Plaats bijvoorbeeld een bericht op intranet over hoe je collega’s aanspraak kunnen maken op het STAP-budget.

Daarnaast kan de OR overleggen met de bestuurder over de strategische koers van de organisatie. Het is aan de OR om duurzame inzetbaarheid hieraan te koppelen en te benadrukken hoe regelingen zoals het STAP-budget de organisatie verder kunnen helpen in zijn strategische koers. Er zijn namelijk ook regelingen op organisatieniveau, bijvoorbeeld de SLIM-subsidie.

Conclusie

Het STAP-budget biedt een kans voor veel mensen, waar je als OR op wilt inspelen door regelingen als het STAP-budget te stimuleren binnen de organisatie. Zo laat de OR zich van zijn proactieve kant zien en draagt hij bij aan de duurzame inzetbaarheid van de organisatie. De organisatie én de werknemer halen hier namelijk beide voordelen uit. De organisatie ontwikkelt de kennis die zij in huis heeft en de individuele medewerker versterkt zijn/haar positie, in de organisatie en op de arbeidsmarkt.

Als OR ook het STAP-budget binnen de organisatie stimuleren? DeVerandermotOR kan hier ondersteuning bij bieden.

Geschreven door Bob van Weert, organisatie-adviseur bij DeVerandermotOR. Leer meer over Bob bij "het team" of op LinkedIn.

Geplaatst in: Nieuws

15 maart 2022

De Ondernemingsraad voor Dummies

De Ondernemingsraad voor Dummies gaat al sinds 2010 heel Nederland door en heeft al veel mensen meer geleerd over de OR en alles wat daarbij komt kijken. Heb jij het al gelezen?

Ondernemingsraad voor Dummies

Waar gaat het over?

De ‘Voor Dummies’ boeken staan erom bekend dat ze vaak lastige stof op een fijne en duidelijk manier aan de lezer brengen. Teksten hebben een duidelijke opbouw en worden afgewisseld met plaatjes, symbolen en grafieken.

Begin dit jaar komt de tweede editie van de 3e druk van Ondernemingsraad voor Dummies uit, waarvan Rob Latten (DeVerandermotOR) de hoofdauteur is. Het boek geeft niet alleen een overzicht van de wetgeving rondom de OR, maar het gaat ook over aanpalende vakgebieden zoals het opzetten van een structuur of het organiseren van OR-verkiezingen. Uiteraard komt ook het medezeggenschapsspeelveld zelf aan bod. Want hoe voer je medezeggenschap nou eigenlijk goed uit? De toegevoegde waarde van de ondernemingsraad blijkt namelijk vooral uit goed overleg en samen optrekken.

Maar ik ben helemaal geen dummie

Toen het boek uitkwam, was er in eerste instantie wat weerstand. “Ik ben geen dummie,” werd er gezegd. Je zou denken dat de Ondernemingsraad voor Dummies enkel voor leken geschreven is, maar dit is een veel voorkomend misverstand. Er staat zoveel informatie in, dat ongeacht hoeveel kennis je al bezit, iedereen hier wat van kan leren. Daabij is het meer een overzichtswerk dat snel en toegankelijk inzicht geeft in de materie.

“Wat ik niet weet, meen ik ook niet te weten”

(Socrates)

Conclusie

Ondernemingsraad voor Dummies is handig, praktisch en up-to-date. Hierdoor weet je zeker dat je goed voorbereid aan het OR-werk kan beginnen. Daarnaast is het geschreven door gerenommeerde auteurs, trainers, adviseurs en bekenden in het vakgebied. Het is een aanrader voor zowel medezeggenschapsleden, als voor bestuurders en HR-adviseurs. Ook studenten van HR-opleidingen krijgen een goed beeld van het speelveld van de medezeggenschap. Al met al dus zeker een aanrader voor iedereen die veel te maken krijgt met de OR in zijn of haar werk.

Het boek

Dat elke onderneming met meer dan vijftig medewerkers in Nederland een ondernemingsraad moet hebben, is algemeen bekend. Maar dan? Hoe geef je de medezeggenschap vorm? Op welke manier steek je het overleg in? Wat zijn de taken en bevoegdheden van de bestuurder, de HR-manager en de ondernemingsraad? Deze nieuwe editie van 'Ondernemingsraad voor Dummies' geeft antwoord op al die vragen. Met als doel: het samen vormgeven van medezeggenschap door alle betrokken partijen.

Rob Latten is organisatieadviseur bij DeVerandermotOR. Vanuit die rol adviseert, traint en begeleidt hij ondernemingsraden, bestuurders en HR-managers in fusie- en reorganisatietrajecten.

Koop het boek hier www.ondernemingsraadvoordummies.nl

Geschreven door Rob Latten, organisatie-adviseur bij DeVerandermotOR. Leer meer over Rob bij "het team" of op LinkedIn.

Geplaatst in: Nieuws

14 maart 2022

Werken met Commissies

Ondanks alle nieuwe werkvormen, blijft het alom bekende werken met commissies toch populair. Het waarom, wat en hoe van het werken met commissies, wordt in deze blog besproken.

werken met commissies

Werken met commissies

Ondernemingsraden en bestuurders lopen regelmatig tegen problemen in het OR-werk aan. Van verschillen van inzicht in het vooropstellen van belangen tot het niet efficiënt werken en een gebrek aan professionaliteit. Vaak wordt dan een nieuwe structuur als dé oplossing gepresenteerd.

Misschien is het beter, voordat je met een nieuwe structuur begint, eerst na te denken wat de behoefte is. Waar gaat het mis? Wat moet verbeterd worden? Waar liggen de problemen? Waar liggen de oorzaken? Een OR is in dat geval vaak niet anders dan een gewoon team of organisatie met dezelfde opstart- of doorontwikkelingsproblemen. Dus wordt de oplossing gezocht in het aanpassen van de structuur. Immers, in de normale organisatie wordt ook direct gereorganiseerd als er geen zicht is op de problemen of als het management grip is verloren op de situatie. Voor een OR is het niet anders. Plotseling willen we allemaal “Agile” of “Scrum” werken. Of we willen een regie-OR, kern-OR, platform OR, Project-OR, Participantenraad, Netwerk-OR of helemaal afzien van een OR. Natuurlijk is het goed om ook de structuur ter discussie te stellen. Het begint echter bij wat er nu precies mis gaat en wat we daaraan kunnen doen. En soms werkt het dan beter om gewoon de “oude” bestaande en bewezen structuren te gebruiken: het werken met commissies

Het gebruik van commissies

De OR kan een aantal commissies instellen als dit nodig is, om te helpen bij het werk en de besluitvorming. Daarbij wordt onderscheid gemaakt in een tweetal soorten commissies: een commissie voor het opdoen van kennis en vaardigheden en een commissie die voorbereidende werkzaamheden doet.

Het principe is en blijft dat de OR het besluitvormend orgaan is. Juist om het werk te verdelen en het nodig is om focus te zetten op sommige onderwerpen, kunnen commissies helpend zijn. Hiermee kun je als OR meer efficiënt werken. Dit heeft ook zijn weerslag in de bijeenkomsten van de OR zelf, want daar zullen discussies dan minder lang zijn.

Er zijn twee soorten commissies: vaste commissies en voorbereidingscommissies. Over het werken met verschillende soorten commissies, gaan we verder in in de whitepaper “werken met commissies”, die spoedig online komt.

Faciliteiten

Als OR’s werken met commissies, horen daar ook faciliteiten bij. Denk hierbij aan tijd, ruimte, materialen, toegang tot informatie etc. Een vaste commissie moet voor minimaal de helft uit OR-leden bestaan. Dat betekent dat de OR in een vaste commissie ook andere medewerkers kan benoemen. Van jongeren die graag van het OR-werk willen proeven, tot deskundigen uit de organisatie die de OR ook een inhoudelijke boost kunnen geven. Bij voorbereidingscommissies moet minimaal 1 OR-lid in de commissie benoemd zijn. Gezien de aard van de werkzaamheden wordt dit vaak gebruikt om medewerkers die interesse hebben in het project te laten participeren. Aan de andere kant zou je ook kunnen betogen om alleen mensen te benaderen die juist meer afstand hebben tot het onderwerp. In ieder geval zorgt dit principe ervoor dat je meer gedragenheid krijgt voor het OR-besluit.

Verder vallen alle commissieleden gewoon onder de Wet (WOR) en zijn de belangrijkste rechten ook op de commissie van toepassing, met uitzondering van wat bevoegdheden zoals het procesrecht. Dit is ook logisch omdat de OR het besluitvormend orgaan blijft. Aan de andere kant hebben de commissieleden recht op (aanvullend) drie dagen scholing per jaar, vallen zij onder de geheimhouding, worden gefaciliteerd in werktijd en genieten bescherming tegen ontslag vanwege hun medezeggenschapsactiviteiten. Externe leden mogen niet stemmen in de OR.

Werkwijze

Natuurlijk is het belangrijk goede werkafspraken te maken wanneer je als OR gaat werken met commissies. Feitelijk is het de OR die commissies instelt. Vervolgens wordt meestal aan het DB gevraagd om de aansturing van de commissies ter hand te nemen. Het gaat daarbij om het bilateraal overleg, de planning en de activiteitenlijst. Het DB functioneert dan als een soort stuurgroep terwijl de commissies als projectgroepen werken. De commissie heeft veelal ook een voorzitter en een secretaris. Maar anders dan de OR-voorzitter moet van deze functie vooral gedacht worden aan coördinerende werkzaamheden en het zijn van een aanspreekpunt voor de OR en het DB.

Commissies geven meestal terugkoppeling in de OR. Het is dan niet de bedoeling dat volledige discussies weer opnieuw gevoerd worden. Dan moet je als OR-lid zelf onderdeel van de commissie worden. Het gaat ook om vertrouwen en afdragen van verantwoordelijkheden. Wel is het van belang om tijdens de terugkoppeling te kijken of de commissie aan alle aspecten van het werk gedacht heeft.

Werkplan

Om als commissie aan de slag te kunnen, is het belangrijk ook een werkplan te maken. In dat werkplan wordt eerst beschreven wat de belangrijkste taak is. De taak is opgelegd door de OR. Vaste commissies wordt dan gevraagd de cyclische werkzaamheden uit te voeren en kennis op te doen. Terwijl aan de voorbereidingscommissies wordt gevraagd om een bepaalde taak in een bepaalde tijd af te ronden.

In het werkplan staat niet alleen de taakstelling maar ook de activiteiten die daarvoor nodig zijn, de teamleden en de faciliteiten die van toepassing zijn. Heel specifiek wordt ook het mandaat van de commissie in het instellingsbesluit en dus ook in het werkplan beschreven. Veelal gaat het dan om het informatie- en het overlegrecht. Commissies overleggen dan met de direct verantwoordelijken bij het onderwerp. Voor financiën de financiële directeur of controller, voor HR de HRM-adviseur, bij Arbo et cetera. Daardoor kan de commissie zich ook daadwerkelijk inhoudelijk verdiepen en een mening vormen.

Belangrijk is te realiseren dat het werken met commissies begint met een heldere opdracht vanuit de OR. Wat vindt de OR belangrijk en hoe moeten de commissies daar invulling aan geven? De OR zal daarom zijn visie en speerpunten eerst moeten benoemen en dat is voor de commissies de basis om te gaan werken.

Je kan meer leren over de verschillende soorten commissies, faciliteiten en de uitgebreide werkwijze + het werkplan, in onze whitepaper over “werken met commissies”

Geschreven door Rob Latten, organisatie-adviseur bij DeVerandermotOR. Leer meer over Rob bij "het team" of op LinkedIn.

Geplaatst in: Nieuws

13 maart 2022

Waarom is een organisatie veranderen toch zo lastig?

Het blijkt dat een organisatorische verandering in veel gevallen niet tot stand komen. Verandering is immers nog geen veranderen. Een organisatie veranderen blijft dus lastig. Welke strategie moet gevolgd worden? Welke organisatiestructuur en werkwijze sluiten hierop aan? Wat betekent dit voor de concurrentie en belangrijker nog: voor de klant? Is het financieel haalbaar? En hoe moeten de medewerkers zich aanpassen: meer flexibel, efficiënt, inzetbaar, ondernemend of klantgericht?

organisatie veranderen

Verandering is nog geen veranderen

Eenmaal een beeld hebben van waar de organisatie naar toe moet, betekent nog niet dat je daar dan ook al bent. Een organisatie veranderen biedt geen statisch toekomstplaatje: een blauwdruk met een rijtje voor- en nadelen, argumenten en berekeningen. Toch zijn veel managers juist bezig met deze verandering. Het rationeel afwegen van alternatieven, kansberekeningen en financiële doorrekeningen. Het veranderen zelf krijgt weinig aandacht. Dit veranderen is echter onlosmakelijk verbonden met het succesvol implementeren van de gewenste verandering. En hoewel iedereen een mening heeft over wat er moet veranderen, is er weinig tot geen discussie over de wijze waarop deze verandering in gang gezet moet worden.

Belangrijke denkers op het gebied van veranderingen, zoals Kotter, Boonstra, Mars en Cozijnsen, stellen allemaal ze dat het succes van de meeste verandertrajecten gering is. Het is breed geaccepteerd dat een meerderheid van de veranderinitiatieven niet leidt tot de vooraf verwachte resultaten. Google en je zult een waslijst aantreffen van voor- en nadelen en vooral ook over waarom verandertraject niet slagen. Is een organisatie veranderen daarmee een verspilling van tijd, energie en vooral kosten?

Buiten deze rationele aspecten zorgen de mislukkingen die om de hoek komen kijken wanneer we de organisatie veranderen ook nog voor frustraties, conflicten en verslechterde werkomstandigheden. Medewerkers worden sceptisch en de motivatie daalt. Reden te meer om niet alleen te kijken naar de gewenste verandering zelf, maar vooral ook naar het verandertraject dat daarvoor nodig is.

De organisatie veranderen brengt belemmeringen

Er is duidelijk te zien dat een deel van de faalfactoren o.a. voortkomen uit de onduidelijkheid van de nieuwe organisatie. Het gaat dan bijvoorbeeld om een gebrek aan een reden om te veranderen, een onduidelijke strategische koers of het verliezen van zicht op je eigen werk. Maar ook over de opstelling van leidinggevenden, de organisatiecultuur, macht, politiek handelen in de organisatie en onzekerheid over de toekomst.

Ook het veranderingstraject zelf kan problemen opleveren. Daarbij spelen vragen als: hoe kom ik van de huidige situatie naar de gewenste situatie? Is er voldoende steun voor de verandering? Worden de doelen helder gecommuniceerd? Is de verandering vooral top down neergezet? Krijgt het leidinggeven aan veranderingen voldoende aandacht?

Interessant is te zien dat vooral het verandertraject zelf de belangrijkste factor is voor het slagen van de verandering. Kort gezegd gaat het dan om het verandervermogen van de organisatie en de medewerkers. Zo is aangetoond dat het falen of het slagen van een verandering voornamelijk wordt bepaald door de houding en het gedrag van leidinggevenden en medewerkers t.o.v. die verandering. Natuurlijk moeten de “harde” factoren zoals structuur, strategie en processen op orde zijn. Succesvol veranderen begint echter met gemotiveerde medewerkers. Hoe meer medewerkers de behoefte voelen om de organisatie te veranderen, hoe groter het draagvlak is voor de verandering. Hoe hoger het draagvlak, hoe meer kans van slagen de verandering heeft. Het succesvol leidinggeven aan dit verandertraject moet dit geheel faciliteren.

De OR en actieve betrokkenheid

De basis van een goede verandering zit in de vernieuwing zelf. Wat is het probleem of de kans? Wat zijn de oorzaken? Welke mogelijke oplossingen zijn er? Is er een heldere strategie? Hoe wordt de organisatie ingericht? Is er een duidelijke (financiële) business case? Is er voor medewerkers een duidelijke stip aan de horizon? De OR kan hierin een goede rol spelen: vraag door op de voorgaande vragen en zijn de strategie (de “Wat”-vraag) en het beleid (de “Hoe”-vraag) helder?

De formele rol van de OR eindigt niet bij het uitbrengen van het advies, juist het verandertraject (implementatietraject) wordt apart in de WOR genoemd. Dit is niet voor niets en juist bedoeld om voor betrokkenheid te zorgen. Om er ook hierbij voor te zorgen dat de OR helpend is bij het slagen van een verandering, kan de OR:

  • Ervoor zorgen dat medewerkers actief betrokken worden bij de verandering en het verandertraject.
  • Zich als OR hard maken voor een communicatieplan dat niet alleen mensen informeert, maar ook actief betrekt bij de verandering.
  • Zelf een communicatieplan opstellen en daarnaar handelen.
  • Doorvragen op de fasering en planning van de verandering. Is het een realistische planning? Welke risico’s zijn er en hoe worden deze opgevangen?
  • Onderzoeken of de directie voldoende aandacht heeft voor de cultuur van de organisatie en bekijk hoe daar concreet aandacht aan wordt gegeven. Neem geen genoegen met: “cultuur vormt zich vanzelf” en “cultuur is een lastig te vangen begrip”.
  • Een mening hebben over leidinggeven aan verandering. Ben je ervan bewust dat leidinggeven aan een verandering, een specialiteit is. Dat doe je er niet zomaar bij.
  • Praat met de toezichthouders als je van mening bent dat de directie weinig aandacht geeft aan het verandertraject. Zit de juiste leidinggevende op de juiste plek? Een organisatie veranderen (veranderingstraject) vergt immers een andere stijl en manier van leidinggeven.

Geschreven door Rob Latten, organisatie-adviseur bij DeVerandermotOR. Leer meer over Rob bij "het team" of op LinkedIn.

Geplaatst in: Nieuws

12 maart 2022

Is een pilot advies of instemmingsplichtig?

Veel organisaties gebruiken pilots, maar is een pilot advies en/of instemmingsplichtig? Om hier een antwoord op te vinden is het belangrijk te definiëren wat een pilot precies is en vervolgens te kijken naar de jurisprudentie. Pilots zijn over het algemeen bedoeld om bijvoorbeeld een bepaalde werkwijze te onderzoeken op haalbaarheid en werkbaarheid in de praktijk. Het begrip ‘pilot’ komt niet voor in de WOR, maar regelmatig worden pilots in organisaties wel gedaan over instemmings- dan wel adviesplichtige aangelegenheden. Denk hierbij aan de arbeidstijdenregeling, arbeidsomstandigheden of een wijziging in de organisatiestructuur.

pilot advies of instemmingsplichtig

Wat is een pilot precies?

De Van Dale beschrijft een pilot als “iets wat als test dient”. Een pilot wordt dan gebruikt om tijdelijk een wijziging, invoering of intrekking van “iets” op beperkte schaal te testen. Doel is ervan te leren, eventuele aanpassingen te doen en op basis van de evaluatie terug te keren naar de oude situatie of het op grotere schaal implementeren in de organisatie. Een pilot is dus een test van een actie of situatie. Daarom is een pilot:

  • Omkeerbaar: Is het mogelijk om na de pilot terug te keren naar de oude situatie of worden er structurele dingen gewijzigd? Sommige zaken zijn theoretisch omkeerbaar maar praktisch niet. Denk bijvoorbeeld aan een reorganisatie naar een zelfsturend team waarbij de manager al op een ander positie is geplaatst. In de laatste situatie kun je eigenlijk niet meer van omkeerbaarheid spreken.
  • Tijdelijk: Tijd is een rekbaar begrip. Zowel een maand als vijf jaar kan ‘tijdelijk’ genoemd worden. Hier moet de OR evalueren welke tijd redelijk is om te testen. Oftewel, wat is voor deze pilot een goede periode om als test te dienen? En voor sommige pilots is dat korter of langer dan de ander. Over het algemeen is wel te stellen dat de meeste testen met een pilot binnen een jaar kunnen plaatsvinden. Maar dat ligt dus aan de casus.
  • Meetbaar: Een pilot is een test en een test dient geëvalueerd te worden. Daarvoor is een nulmeting (T0) en een eindmeting (T1) nodig, met eventuele tussenmetingen. De criteria waarop je gaat testen, dienen vooraf bepaald te worden. Met welk doel wordt er een pilot gehouden? Wanneer is de pilot succesvol en wanneer niet? Hoe wordt dat gemeten? En hoe wordt de medezeggenschap betrokken? Deze zaken dienen vooraf bepaald te worden, zodat de OR daarop kan monitoren.
  • Kleinschalig: Een pilot speelt zich vaak af op afdeling of teamniveau. Betreft het een kleine of een grote groep mensen en wat de is de impact van de pilot op deze mensen? Kortom, er is sprake van een pilot wanneer dit aan de bovenstaande voorwaarden voldoet.

Als het besluit niet tijdelijk, omkeerbaar, meetbaar of kleinschalig is, dan is er geen sprake van een pilot. Belangrijk is dus eerst met elkaar duidelijk te hebben of er sprake is van een pilot of niet. Vervolgens kijken we naar het recht om advies dan wel instemming te geven op de pilot. Veelal gaat een pilot om een test van een besluit dat de directie wil nemen. Er is in ieder geval in de wet geregeld dat bij belangrijke besluiten er advies- en instemmingsrecht is. Die adviesaanvraag komt er dus in ieder geval (na de pilot). Voor ons gaat het vooral om de vraag of de pilot zelf, advies- dan wel instemmingsplichtig is. In de rechtspraak en literatuur wordt er onderscheid gemaakt tussen pilots die zien op adviesplichtige onderwerpen en pilots die zien op instemmingsplichtige onderwerpen.

Pilots op adviesplichtige onderwerpen

Bij adviesplichtige onderwerpen wordt, in het geval van een pilot, gezegd dat er (nog) geen sprake is van een voorgenomen besluit. De organisatie wil immers een situatie testen. Na deze test volgt een evaluatie en pas daarna kan gesproken worden over een voorgenomen besluit tot invoering. Als de bestuurder voornemens heeft door te gaan, wordt een normaal adviestraject gevolgd. Om te beoordelen in hoeverre een ondernemingsraad toch adviesrecht heeft bij een dergelijke pilot, zijn de onderstaande criteria van belang:

  • Hoe lang duurt de periode van de pilot?
  • Hoe groot is de groep die geraakt wordt door de pilot?
  • Wat is de aard van de groep die geraakt wordt door de pilot?

Deze criteria kan je gebruiken om het gesprek aan te gaan: “Is deze pilot een test of kunnen we praten over een daadwerkelijk voorgenomen besluit of invoering?” Als de pilot bijvoorbeeld onredelijk lang duurt of als het gaat om een grote groep kwetsbare medewerkers, is de kans groot dat de rechter oordeelt dat de pilot alsnog adviesplichtig is.

Pilots op instemmingsplichtige onderwerpen

De discussie over een pilot rond instemmingsplichtige onderwerpen is nogal complex. De rechterlijke uitspraken zijn zeer wisselend. Dit duidt erop dat de casus (oftewel de specifieke situatie) leidend is. Een algemene uitspraak, wel of niet instemmingsplichtig, is dus niet te geven. Waarom is een pilot over instemmingsplichtige onderwerpen zo complex? Omdat het juist bij dit type pilots gaat over personele regelingen die worden gewijzigd. Dat is lastig om te keren. Het gaat echter niet om het werkelijk wijzigen. Een pilot moet een test zijn. Dus waar ligt dan de grens tussen testen en daadwerkelijk invoeren?

Voorbeeld: een wijziging van werktijden is lastig terug te draaien omdat de werknemers al op basis van die andere werktijden gewerkt hebben.
Kortom: als er een wijziging van een personele regeling is, is dat instemmingsplichtig (de pilot dus ook) conform artikel 27 WOR.

Maar de rechter kijkt genuanceerd. Zo oordeelde de rechter in een zaak dat de pilot te lang duurde. En omdat de pilot daarnaast een grote groep kwetsbare werknemers betrof, was de pilot wel instemmingsplichtig. Maar in de casus van een track-systeem (personeelsvolgsysteem) werd geoordeeld dat dit slechts tijdelijk en omkeerbaar was… En dus was de pilot niet instemmingsplichtig.

Conclusie

In principe is een pilot dus niet advies- dan wel instemmingsplichtig. Als een pilot immers aan de criteria voldoet is het een beperkte test. Echter, het testen kan net iets groter zijn of de impact net iets dieper. Daarom is de vraag of een pilot advies- dan wel instemmingsplichtig is, nogal casuïstisch van aard. Begin het gesprek daarom eerst door informatie te verzamelen. Wat wordt onder de pilot verstaan? Wanneer, hoe, welke meting, welk effect? Maak vervolgens met elkaar afspraken over hoe je als medezeggenschap bij de pilot betrokken wil worden.

Als er discussie ontstaat over de formele en/of juridische kant van de betrokkenheid, lijkt het goed om overleg te plegen met een adviseur of juridisch specialist. Ga ook zelf op zoek naar jurisprudentie van een vergelijkbare casus. Zorg er in ieder geval voor dat je als OR elke pilot die wordt ingevoerd toetst aan de 4 voorwaarden die hierboven genoemd staan. En zelfs als de OR geen recht heeft op advies of instemming, hoeft dit niet te betekenen dat je als OR geen invloed kan hebben. Een verstandige bestuurder betrekt medewerkers om zo tot een kwalitatief betere besluitvorming te komen.

Een OR betrekken bij een pilot is een manier voor de medezeggenschap om van toegevoegde waarde te zijn. Dit kan bijvoorbeeld door te monitoren of het beoogde doel of resultaat met de pilot wordt bereikt. Of voorzie de bestuurder van een ongevraagd advies indien de bestuurder niet formeel om advies vraagt. Let wel: wanneer een pilot succesvol bevonden wordt en deze breder in de organisatie geïmplementeerd wordt, ontstaat alsnog het moment om een advies- dan wel instemmingsverzoek in te dienen (als dit nog niet is gebeurd).

Geschreven door Bob van Weert, organisatie-adviseur bij DeVerandermotOR. Leer meer over Bob bij "het team" of op LinkedIn.

Geplaatst in: Nieuws

11 maart 2022

Veranderen? Ben als OR altijd BESIG

Of de economie nu goed draait of slecht, het rendement onder druk staat of juist niet… In slechte tijden wordt gereorganiseerd, afgeslankt en vallen ontslagen. Wat er ook gebeurt, welk verandertraject ook plaatsvindt, je moet als OR BESIG zijn en blijven.

Grote investeringen worden met argusogen bekeken. In goede tijden speelt opportunisme weer een rol en wordt volop gefuseerd en samengewerkt. De Griekse filosoof Heraclitus zei het al: “Verandering is de enige constante”. Voor een OR komen veranderingen dus in de gehele zittingsperiode voor. Of het goed gaat met de organisatie of niet. Maar op welke manier kun je als OR op dergelijke veranderingen anticiperen? Om grip te krijgen op de mogelijkheden, is het handig gebruik te maken van het acroniem BESIG.

BESIG

Eerst Begrijpen, dan pas acteren

“If you only have a hammer, you tend to see every problem as a nail”

(Abraham Maslow)

De eerste letter van BESIG staat voor Begrijpen. Voordat je als OR in een verandertraject stapt, moet je helder hebben waar het over gaat. Wat wordt met het veranderproces bedoeld? Waar gaat de verandering over? Welke fasering wordt doorlopen? Wat zijn belangrijke aspecten om in de gaten te houden? Juist dit is voor de meeste OR’s een lastige fase. Dit is vaak geen sexy onderwerp. Hoezo eerst een pas op de plaats maken? Niet iedereen is genegen om eerst te proberen inzicht te krijgen en je te verdiepen in de materie. De achterban verwacht namelijk wat van je en je moet snel aan de slag. Actie! Doen, niet denken!

Niets is minder waar. Het is belangrijk je rugzak te vullen met kennis, kunde en vaardigheden. Pas als je rugzak goed gevuld is, weet je wat je mag verwachten en hoe je daarop kan acteren. Dan pas kun je het pad van verandertrajecten bewandelen. Je moet de spelregels kennen om het spel te spelen. Ook moet je weten welke mogelijkheden er zijn om het pad te bewandelen en wellicht aan te passen. Kortom: werk eerst aan je kennis over het onderwerp en werk parallel aan je vaardigheden zoals onderhandelen, overleggen, analyseren, planmatig werken, communicatieve en sociale vaardigheden.

Kom in je juiste Energie-stand

“Als je los laat, heb je twee handen vrij”

(Loesje)

De tweede letter van BESIG staat voor Energie. Wellicht klinkt het logisch, maar elke verandering betekent afscheid nemen van het bestaande. En juist dan komt iedereen, ook jij als OR-lid, in een rouwproces terecht. Het gaat er niet zozeer om of de verandering goed is of niet. Ook niet of nut-noodzaak van de verandering voldoende is onderbouwd. Je komt hoe dan ook in een emotionele rollercoaster terecht, welke weg ook gekozen wordt of  welke verandering het ook betreft. Hoe lang of hoe kort dit rouwproces duurt, is dan weer afhankelijk van jezelf. De verandering zelf is meestal geen probleem, wél de weerstand die wij mensen tegen veranderingen hebben.

Accepteer een verandering alsof je er zelf voor hebt gekozen. Ga uit van je eigen kracht. Alles in het leven verandert, ook in organisaties. Hoe eerder je dat inziet, hoe beter. Niets blijft hetzelfde. En dat is goed nieuws! Toegegeven, niet elke verandering leidt per se tot verbeteringen. Door te denken dat alles hetzelfde blijft, creëer je een illusie die niet bestaat. Deze hang naar het verleden kan je emotioneel uitputten. Dus een verandering ontkennen is nooit een oplossing. Het is geen onoplosbaar probleem maar een mogelijkheid om actief mee te denken en een bijdrage te leveren aan de organisatie. Dan leidt verandering tot een verbetering en kun je wat betekenen voor je achterban.

Heb een Strategie

“Wat is het nut van rennen als je niet op de goede weg bent?”

(Bertil Schaart)

De derde letter van BESIG staat voor Strategie. Als je weet hoe een verandertraject in elkaar zit, welke fasen worden doorlopen, wat je mag verwachten en wanneer je voldoende energie hebt om dit op te pakken, is het belangrijk te beginnen met het maken van een plan. Een OR moet eerst grip hebben op het proces om daarna met de inhoud aan de slag te kunnen.

Dit plan begint met een goede uitgangspuntennotitie (ook wel visiedocument of position paper). Daarin beschrijft je als OR niet alleen wat je inhoudelijk belangrijk vindt. Ook wordt met elkaar gekeken naar de manier waarop de OR het verandertraject wil insteken. Actief of reactief? Vroegtijdig betrokken of juist meer reagerend? Voer deze discussie als OR-team met elkaar. Wat vind je belangrijk en hoe moet het proces doorlopen worden? Door met elkaar deze discussie te voeren, wordt ook het verandertraject eenvoudiger. Het traject wordt meer inzichtelijk, de weerstand binnen de OR wordt kleiner en onbegrip wordt voorkomen. Het plan (de uitgangspuntennotitie) kan ook helpend zijn in het gesprek met de bestuurder. Je laat zien op welke manier je betrokken wilt worden en wat je van de bestuurder verwacht. Juist hier maak je afspraken om in het proces werkelijk mee te kunnen

Investeer in je omgeving

“Niemand is zo slim dan wij allemaal.”

(Ken Blanchard

De vierde letter van BESIG staat voor Investeren. Een verandertraject is niet een proces dat je alleen doorloopt. Het gevaar is dat de OR zich terugtrekt en eigenlijk hetzelfde gaat doen als de directie: met een beperkte groep ingewijden het proces doorlopen. Een OR moet juist investeren in de omgeving. Maak een netwerkanalyse en breng in kaart wie er allemaal betrokken is. Van directie, management en medewerkers tot vakbonden, externe adviseurs en overheid. Maak vervolgens een duidelijk plan op welke manier je deze betrokkenen (stakeholders) wel (of juist weer niet) wilt betrekken. Onderzoek heeft namelijk aangetoond dat vroegtijdige en actieve betrokkenheid leidt tot betere en meer gedragen besluitvorming. Dat geldt voor iedereen. Als je eigen leidinggevende een plan maakt en jou daar actief bij betrekt en je mening in de besluitvorming meeneemt, ben jezelf ook gemotiveerder om het veranderproces te doorlopen. Vroegtijdige betrokkenheid geldt niet alleen voor de OR maar juist voor alle betrokkenen. Zorg daarom dat je voor alle stakeholders een duidelijk communicatieplan hebt. Investeren betekent ook investeren in je eigen OR-team. Natuurlijk hoeven jullie geen goede vrienden te worden, maar zorg voor begrip. Heb duidelijk waarom je teamleden voor een bepaalde opstelling of houding kiezen.

Aan de slag Gaan

“We have a strategic plan, it’s called doing things.”

(Herb Kelleher)

De laatste letter van BESIG staat voor Gaan. Na alle plannen te hebben gemaakt, teambuilding sessies en trainingen te hebben gekregen, is het eindelijk tijd om ook echt aan de slag te gaan. Doen wat is besproken! Eindelijk actie. Dit klinkt logisch, maar ook hier zie je soms weerstand ontstaan. Natuurlijk wil je actief zijn, onderhandelen en de bestuurder aanspreken. Maar dat komt niet altijd goed uit de verf. Doen betekent namelijk ook uit je comfort zone komen. Stelling nemen, soms (functioneel) boos zijn, verbinding zoeken, de barricades op, zoeken naar de achterliggende waarden. Je zit in een leertraject en leren doet nu eenmaal pijn. Als je immers iets wilt bereiken voor je achterban en de organisatie, moet je ook daadwerkelijk aan de slag. Soms voelt dit niet gemakkelijk. Praat er met elkaar over, zorg dat je elkaar in je kracht zet. Help elkaar. Het gaat namelijk niet alleen om plannen maken maar ze ook daadwerkelijk uitvoeren.

Een verandertraject is dus niet een spel dat de bestuurder alleen speelt. Als OR kun je duidelijk een rol spelen: formeel, informeel, vroegtijdig, reactief. Welke keuze je ook maakt, maak een bewuste keuze. Ben daarom BESIG.

“Het is mij opgevallen dat zelfs mensen die beweren dat alles vooraf bepaald is en dat we niets kunnen doen om het te veranderen, toch kijken voor ze de weg oversteken”

(Stephen Hawking)

Geschreven door Rob Latten, organisatie-adviseur bij DeVerandermotOR. Leer meer over Rob bij "het team" of op LinkedIn.

Geplaatst in: Nieuws

  • « Ga naar Vorige pagina
  • Pagina 1
  • Interim pagina's zijn weggelaten …
  • Pagina 9
  • Pagina 10
  • Pagina 11
  • Pagina 12
  • Ga naar Volgende pagina »
Een greep uit onze opdrachtgevers:
slider image
slider image
slider image
slider image
slider image
slider image
slider image
slider image
slider image
slider image
slider image
slider image
slider image
slider image
slider image
slider image
slider image
slider image
slider image
slider image
slider image
slider image
slider image
slider image
slider image
slider image
slider image
slider image
slider image
slider image
slider image
slider image
slider image
slider image
slider image
slider image
slider image
slider image
slider image
slider image
slider image
slider image
slider image
slider image
slider image
slider image
slider image
slider image
slider image
slider image
slider image

Contact

  • Algemene voorwaarden
  • Privacy-Statement
  • Disclaimer
  • Ervaringen
  • Kwaliteitseisen
  • Nieuwsbrieven

© Copyright 2022 - 2025 DeVerandermotOR · Alle rechten voorbehouden





Wij gebruiken cookies op onze website. Door op 'oké' te klikken of door gebruik te blijven maken van deze website, gaat u hiermee akkoord. Klik hier voor meer informatie.