• Door naar de hoofd inhoud
  • Home
  • Over DeVerandermotOR
    • Visie, kernwaarden & werkwijze
    • Waarom DeVerandermotOR
    • Het team
    • Ervaringen
    • About (English version)
  • Onze expertise(s)
    • Verandertrajecten
    • Financiële analyses
    • Versterking medezeggenschap
    • Duurzame Inzetbaarheid
  • Nieuws & Inspiratie
    • Nieuwsbrieven
    • Blogs
    • Whitepapers
    • Boeken
    • Tip: Podcast
  • Contact

DeVerandermotOR

Header Rechts

085 080 56 66
[email protected]

Nieuws

19 december 2023

De effecten van een positieve organisatiecultuur

Harvard Business Review heeft een artikel geschreven over de gunstige effecten van een positieve organisatiecultuur1. Hierin wordt benadrukt dat het creëren van een positieve werkcultuur voor een hogere productiviteit en algemeen succes zorgt.

positieve organisatiecultuur

De effecten van een positieve organisatiecultuur

Terwijl sommige bedrijven geloven dat een hoge druk, work hard play hard cultuur- en meedogenloze omgeving financieel succes bevordert, wijzen onderzoeken juist op het tegenovergestelde.

Positieve organisatorische psychologie toont aan dat het koesteren van een positieve werkomgeving talrijke voordelen oplevert voor werkgevers, werknemers en de financiële prestaties van het bedrijf. Als OR heb je ook een zorgplicht (artikel 28 WOR) … “zodat de in de onderneming werkzame personen zoveel mogelijk worden betrokken bij de regeling van de arbeid in het onderdeel van de onderneming waarin zij werkzaam zijn”.

Negatieve effecten

Een negatieve werksfeer brengt verborgen kosten met zich mee, waaronder verhoogde zorgkosten, arbeidsongevallen en gezondheidsproblemen als gevolg van stress, zoals hart- en vaatziekten. Bovendien leidt het tot vervreemding bij werknemers, wat resulteert in een hoger ziekteverzuim, meer (bedrijfs)ongevallen en verminderde productiviteit. Ook draagt werk gerelateerde stress bij aan een gebrek aan loyaliteit, waardoor het personeelsverloop toeneemt, wat gepaard gaat met aanzienlijke kosten (een nieuwe collega werven kost gemiddeld 20% van het bruto jaarsalaris).

Uit onderzoeken van de Queens School of Business en de Gallup-organisatie blijkt dat niet-betrokken werknemers 37% meer ziekteverzuim, 49% meer ongevallen, en 60% meer fouten maakten1. In organisaties met lage scores voor werknemersbetrokkenheid was de productiviteit 18% lager, de winstgevendheid 16% lager, was er 37% minder groei in banen, en was de aandelenkoers na verloop van tijd 65% lager. Belangrijk is dat bedrijven met zeer betrokken werknemers maar liefst 100% meer sollicitaties ontvingen.

Gebrek aan loyaliteit vormt een derde kostenpost. Onderzoek toont aan dat werkplekstress bijna 50% meer verloop veroorzaakt. Mensen gaan zoeken naar een andere baan, wijzen promoties af of nemen ontslag. De kosten voor het vervangen van personeel, inclusief werving, training, verminderde productiviteit, verlies van expertise, enzovoort, zijn aanzienlijk.

Wat kan een organisatie doen

Organisaties bieden vaak verschillende oppervlakkige voordelen, zoals de mogelijkheid voor thuiswerken of fitnessfaciliteiten, maar pakken het onderliggende probleem niet aan: een negatieve werkcultuur. Een positieve werkcultuur daarentegen beïnvloedt de gezondheid en het welzijn van werknemers significant, verder dan materiële voordelen.

De kern van een positieve cultuur ligt volgens de Harvard Business Review in zes principes:

  1. Het koesteren van vriendschappen tussen collega’s. Hierdoor verbeterd de werksfeer en komen mensen graag naar het werk.
  2. Het bieden van ondersteuning en compassie. Wanneer werknemers het gevoel hebben dat ze voldoende support krijgen binnen de organisatie, lopen ze niet te lang rond met problemen en durven ze aan te geven wat ze nodig hebben.
  3. Vermijden van beschuldigingen en het stimuleren van vergeving. Een veilige (en dus positieve) werkcultuur betekent dat werknemers niet bang zijn fouten te maken en deze te melden.
  4. Elkaar inspireren, in plaats van tegen elkaar strijden.
  5. Benadrukken van de betekenis van het werk. Meer motivatie brengt meer werkplezier en minder frustratie.
  6. En het behandelen van iedereen met respect, dankbaarheid, vertrouwen en integriteit. Dit spreekt voor zich.

Wat kan je doen als ondernemingsraad

Als OR wil je het management stimuleren om het volgende te doen:

  1. Het cultiveren van sociale verbindingen op het werk, omdat goede relaties een positieve invloed hebben op de algehele gezondheid en prestaties van werknemers. Daarom zijn sociale gelegenheden, zoals etentjes, teambuilding, uitjes, bedrijfsborrels, pubquiz, etc. zo belangrijk. Zeker nu we meer thuiswerken is het belangrijk om nog steeds momenten te creëren waarbij men elkaar op een informele manier elkaar ontmoet. Dit draagt bij aan een positieve werkcultuur met alle positieve gevolgen voor personeel en organisatie.
  2. Het tonen van empathie naar werknemers, omdat dit hun toewijding aan het werk aanzienlijk beïnvloedt. Dit kun je doen door als OR met een initiatiefvoorstel te komen om een leiderschapsontwikkelingstraject op te starten. Dat begint met een visie van de bestuurder op leiderschap in de organisatie. Vervolgens zijn er verschillende maatregelen te nemen om de kwaliteit van de managers in de organisatie te vergroten. Laat daar de competentie ‘empathie’ niet in ontbreken.
  3. Voorbeeldgedrag van managers en extra inspanningen tonen, waardoor loyaliteit en betrokkenheid onder werknemers groeit. “Daan van Knippenberg van Rotterdam School of Management laat zien dat werknemers van zelfopofferende leiders coöperatiever zijn omdat ze hun leiders meer vertrouwen. Ze zijn ook productiever en beschouwen hun leiders als effectiever en charismatischer.”1
  4. Het aanmoedigen van open communicatie en probleemoplossend denken, waardoor psychologische veiligheid ontstaat die leidt tot betere leer- en prestatieresultaten. Hier hoort bij dat het veilig is om fouten te maken, zodat medewerkers hun fouten niet wegmoffelen maar ze het delen zodat de collega’s ervan kunnen leren. Een positieve houding t.o.v. fouten maken helpt de organisatie innovatiever worden.

Conclusie

Dit zijn volgens Harvard Business Review een aantal concrete zaken die je als OR kan stimuleren om zo een positieve impact te maken op de organisatiecultuur. Een positieve cultuur bevordert het welzijn van de medewerkers, verbetert relaties, versterkt creativiteit en dempt negatieve ervaringen zoals stress, wat veerkracht bevordert. Uiteindelijk leidt dit tot een betere organisatie: hogere effectiviteit, financiële prestaties, klanttevredenheid, productiviteit en betrokkenheid van werknemers.

1 https://hbr.org/2015/12/proof-that-positive-work-cultures-are-more-productive

Geschreven door Bob van Weert, organisatie-adviseur bij DeVerandermotOR. Leer meer over Bob bij "het team" of op LinkedIn.

Geplaatst in: Nieuws

5 december 2023

Hoe beoordeel je een (verander)plan als OR, een methode volgens Annemarie Mars

Een veel gehoorde stelling is dat 70% van de verandertrajecten mislukt1. Hoewel dit getal lastig te onderbouwen is, kunnen we stellen dat het vaker mis gaat dan goed. Dit cijfer is erg afhankelijk van wat gemeten wordt en hoe hoog de lat wordt gelegd. Bepaalde typen verandering kennen zeer hoge faalpercentages (zoals fusies, cultuurveranderingen en IT-projecten). Andere typen verandering geven een genuanceerder—of zelfs heel ander—beeld. Gemiddeld haalt de helft van de verandertrajecten de oorspronkelijke doelstelling, al gebeurt dit vaak wel met vertraging of overschrijding van het veranderbudget. En dan hebben we nog het effect van verandering op de kwaliteit van organisatie, medewerkerstevredenheid, kwaliteit van het management, financiële performance, klanttevredenheid, etc. Kortom, veranderen is lastig en het is belangrijk om als OR een verandervoorstel zorgvuldig te analyseren, zodat je een inhoudelijk advies kan geven.

Maar soms is het lastig om een beeld te vormen. Vervolgens moet je er wat van vinden. Wat maakt nou een goed veranderplan? De stappen van Annemarie Mars zouden hierbij kunnen helpen2.

hoe beoordeel je een plan

Stap 1: woorden onderscheiden

Begin met het doornemen van de tekst. Markeer de kernwoorden in het plan die gaan over wat nu niet goed gaat (en wat dus moet veranderen), dit zijn de A-woorden. De B-woorden omvatten de tekst die gaat over wat het plan moet bereiken Je hebt dus woorden die gaan over het probleem (A) en de ambitie (B). Hierbij kun je als OR direct checken of B een logisch antwoord is op A. Zo ja, dan geeft het plan een gevoel voor richting.

Als er in het veranderplan niks te vinden is over wat er nu mis gaat / moet veranderen (A-woorden), is het belangrijk als OR af te vragen of het plan wel urgent en nodig is. Als dat ontbreekt, zal draagvlak voor de verandering laag blijven.

Stap 2: woorden verdelen

Vervolgens verdeel je de A- en B-woorden in twee categorieën, ‘Wat’ woorden en ‘Waarom’ woorden.

Wat-woorden gaan over zaken die in de organisatie veranderen. Denk aan maatregelen, oplossingen, een beleidswijziging, maar ook zaken als digitalisering of managements-problemen. Denk bijvoorbeeld aan alle woorden die eindigen op –ering en –atie, zoals digitalisering, standaardisatie, herstructurering en decentralisatie. Of woorden die eindigen op –management, –systeem en –model.

Waarom-woorden gaan over het resultaat, wat het de organisatie oplevert. Zulke woorden eindigen nogal eens op –heid en -teit. Denk aan gezondheid, snelheid, tevredenheid, diversiteit, duurzaamheid, winstgevendheid, veiligheid, stabiliteit en bereikbaarheid.

Zet deze verdeling uit in een kwadrant. Bovenaan zet je “wat-woorden”, onderaan “waarom-woorden”, links “A-woorden” en rechts “B-woorden”.  Dan ontstaat een matrix met vier kwadranten: probleem, oorzaak, middel en doel.

a/b woorden

Voorbeeld:

“Wegens de inflatie zijn onze kosten gestegen, zowel loonkosten als materialen. Daarnaast heeft de organisatie last van internationale concurrentie. Doordat we een relatief kleine partij zijn, kunnen we geen betere inkoopvoorwaarden uitonderhandelen. Omdat we de hogere inkoopkosten niet geheel door kunnen berekenen aan de klant heeft dat een effect op onze winstgevendheid. Door een deel van onze operatie te automatiseren beogen we een efficiëntieslag te maken, daarnaast willen we een strategische samenwerking met twee andere partijen aangaan zodat we gezamenlijk in kunnen kopen tegen betere voorwaarden. Door deze interventies zal de bedrijfscontinuïteit worden gewaarborgd.”

Oorzaak = Inflatie en toegenomen concurrentie, slechte onderhandelingspositie
Probleem = Lagere winstgevendheid (verlies)
Middel = Automatisering, gezamenlijk inkopen
Doel = Bedrijfscontinuïteit; financiële gezondheid door kostenverlaging en een betere onderhandelingspositie.

Wanneer je ziet dat er iets ontbreekt, ga dan als OR het gesprek aan met de bestuurder. Bijvoorbeeld: Zijn de onderste kwadranten leeg, dan is er sprake van wat Mars ‘doel-middel’ verwarring. Het middel is hierbij een doel op zichzelf geworden. Dan heeft de verandering geen focus, geen duidelijke reden en dus geen draagvlak voor de verandering Gebruik in dit geval de 5 times why methode (ook wel de kleutermethode genoemd). Door waarom te vragen hoop je in het gesprek tot de kernoorzaak te komen. Als deze echt blijkt te ontbreken, is het dan überhaupt wel nodig om te veranderen? Stel jezelf als OR hierbij de vraag. Is de oorzaak en het probleem logisch met elkaar verbonden, of zien wij een hele andere oorzaak? Kortom, is het kwadrant linksboven leeg, dan is het veranderplan dweilen met de kraan open. Als je niet weet wat de oorzaak van een probleem is, kan je het ook niet correct en effectief aanpakken. Dan is de kans groot dat je oplossing bedenkt voor een probleem dat niet bestaat (krabben waar het niet jeukt, daardoor blijft de jeuk).

Wanneer alle kwadranten gevuld zijn, ga dan na of het een logisch geheel vormt. Dat is zo wanneer linksboven de belangrijkste oorzaken weergeven voor het probleem linksonder. De maatregelen rechtsboven lossen dan die oorzaken op. Die maatregelen moeten dan voldoende zijn om het doel rechtsonder te bereiken. Dit help de OR met het begrijpen van de nut/noodzaak en het voorgenomen besluit beter te begrijpen.

Daarnaast wil je als OR begrijpen wat de organisatorische gevolgen zijn van deze verandering. Welke impact heeft dit op de processen in de organisatie? Hoe borgen we de kwaliteit van de productie/dienstverlening? Hoe zorgen we ervoor dat de verandering niet zijn doel voorbijschiet? Hoe gaan we het succes ‘meten’?

Ook de personele gevolgen, zowel kwantitatief (wat betekent dit voor de bezetting?) als kwalitatief (verandering van taakinhoud, werkdruk, werkplezier etc.). Vervolgens dient het plan duidelijk te maken hoe je deze gevolgen opvangt. Dit kan bijvoorbeeld beschreven zijn in een sociaal plan met flankerend beleid, of zijn er andere maatregelen genomen?

Stap 3: woorden over samenwerken

Ga nu verder op zoek in de tekst naar hoe-woorden. Dit zijn woorden die gaan over de manier waarop mensen met elkaar moeten werken om het veranderplan te laten slagen. Denk hierbij aan een stappenplan, interventies of opleidingen. Dit zal beschreven staan in een implementatie/communicatieplan.

Stap 4: woorden over rolverdeling

Ga dan op zoek naar wie-woorden. Deze gaan over wie wat gaat doen. Volgens Mars zijn er drie verschillende soorten rollen: de sturende, coördinerende en uitvoerende rol. De sturende rol gaat de besluiten nemen (ligt vaak bij de raad van bestuur), de coördinerende rol gaat het proces bewaken en de uitvoerende rol gaan het plan uitvoeren. Van die laatste heb je er dan ook voldoende nodig.

Als OR wil je onderzoeken of er niet te veel sturende en coördinerende rollen uitgedeeld worden, dat zou kunnen leiden tot een warrig proces (meerdere planningen, verschillende besluiten, etc.). De rollen moeten voldoende verdeeld zijn, zodat het veranderplan met de juiste mensen op de juiste plek correct uitgevoerd kan worden. Ook hier kan je als OR medewerkersparticipatie stimuleren. Door afspraken te maken dat medewerkers van de werkvloer gehoord worden en misschien zelfs deelnemen aan projectgroepen (co-creatie).

Stap 5: woorden over tijd

De laatste actie volgens dit stappenplan is het zoeken naar tekst die gaat over de tijd en middelen die nodig zijn om een plan te laten slagen. Wanneer daar niks over wordt genoemd, kan het plan alleen slagen wanneer werknemers hier zelf tijd en moeite in gaan stoppen, en dat werkt in de praktijk niet. Waarborg als OR dus dat er voldoende ondersteuning en ruimte wordt gegeven om een veranderplan uit te kunnen voeren. Een stappenplan met tijdlijn geeft de OR grip op de verandering, waardoor je de verandering makkelijker kan monitoren. Daarin moet iig dus ook randvoorwaarden en middelen staan om de verandering te laten slagen.

Conclusie

Een (verander)plan is nooit waterdicht of compleet. Met deze 5 stappen heeft de OR een concreet handvat om de kwaliteit van het veranderplan mee te checken. Hiermee kun je het plan aan scherpen en de juiste valkuilen op tijd te benoemen. Dit zal de kans op een succesvolle transitie aanzienlijk vergroten.

1 https://www.sioo.nl/wp-content/uploads/2017/12/white-paper-Mislukt-70-procent-van-de-verandertrajecten.pdf
2 https://www.forachange.nl/2019/12/hoe-beoordeel-je-een-plan/

Geschreven door Bob van Weert, organisatie-adviseur bij DeVerandermotOR. Leer meer over Bob bij "het team" of op LinkedIn.

Geplaatst in: Nieuws

13 november 2023

Het is weer tijd voor de begroting

Nu het einde van het jaar nadert, krijgen ondernemingsraden de begroting onder ogen. Als onderdeel van alle financiële informatie een belangrijk onderwerp om op te pakken.

Het is weer tijd voor een begroting

De begrotingscyclus

De begroting is onderdeel van de planning- en controlcyclus. Deze cyclus is, samen met de strategische beleidscyclus, essentieel in de uitvoering van het beleid van een organisatie. De ambtelijk secretaris heeft hierin een belangrijke rol. Hij kan ervoor zorgen dat de onderdelen van de cyclus bij de OR bekend zijn. Door de verschillende activiteiten (van jaarverslag, strategisch plan, kaderbrief, begroting en managementinformatie) vooraf in een jaarplanning uit te zetten, weet de OR wanneer van hem actie wordt verwacht.

De functie van de begroting

Met de begroting wordt in kaart gebracht wat de verwachtingen zijn voor de toekomst. Ook worden hierin wensen beschreven: activiteiten die het management wil uitvoeren, investeringen die worden verwacht, projecten die uitgevoerd worden. Naast de financiële begroting is het van belang ook de investeringsbegroting en het projectenoverzicht op te vragen.

Met deze informatie ontstaat inzicht over wat er aan faciliteiten nodig is: mensen, materiaal, kapitaal (geld), et cetera. Het opstellen van een begroting is een iteratief proces. Het kan voorkomen dat de directie de plannen later moet bijschaven. Het is immers een verwachting voor de toekomst. Die toekomst kun je niet voorspellen, maar je kunt wel doordachte en onderbouwde inschattingen maken. De ambtelijk secretaris kan de OR stimuleren om te onderzoeken of de aannames in de begroting voldoende robuust zijn. Oftewel, de begroting staat centraal als middel om inzicht te geven en om vanuit daar tot keuzen te komen en plannen te maken.

En de OR?

De ambtelijk secretaris kan de OR stimuleren om eerst zelf helderheid te krijgen. Wat wil de OR in de komende periode bereiken? Waar wil hij zich hard voor maken? Wat zijn essentiële zaken die de OR wil bespreken? Als de OR dit inzicht heeft, kan hij kijken of dit ook zo in de plannen van de directie is verwoord. De begroting is aan het einde van de begrotingscyclus het document waarin de plannen van de directie financieel zijn verwoord.

Voor de ambtelijk secretaris is het dus belangrijk om de OR gericht te laten kijken naar de begroting. Zitten daarin ook de ideeën en uitgangspunten van de OR? Wordt er budget vrijgemaakt voor investeringen in personeel die de OR graag wil? Juist dat is het gesprek dat de OR moet voeren. Het gaat niet zo zeer over de plannen van de directie, maar over de ideeën van de OR en of die door de directie worden meegenomen.

Voor de ambtelijk secretaris is het daarom essentieel om aan de ene kant ervoor te zorgen dat er een goede planning wordt gemaakt. Zo moet het overleg over de algemene gang van zaken (artikel 24) op een juiste manier worden gekoppeld aan de planning- en controlcyclus. Daarnaast moet de OR gestimuleerd worden om ook zelf een beeld te hebben van doelen en resultaten om in de komende jaren te bereiken. Leg dit als OR vast in een uitgangspuntennotitie en gebruik dat in elk gesprek over de plannen en de begroting. En ten slotte is het goed om als ambtelijk secretaris de OR te stimuleren het goede gesprek te voeren. Wat wil hij bereiken en vooral: hoe kun je er met argumenten voor zorgen dat de bestuurder naar je luistert?

Tips voor de ambtelijk secretaris

  1. Stimuleer de OR om helderheid te krijgen over zijn doelen en prioriteiten voor de komende periode
  2. Help de OR bij het identificeren van essentiële zaken die hij wil bespreken
  3. Moedig de OR aan om de aannames in de begroting kritisch te onderzoeken
  4. Zorg ervoor dat de OR gericht naar de begroting kijkt en controleert of zijn ideeën en uitgangspunten worden weerspiegeld
  5. Stimuleer de OR om te pleiten voor budgetten voor investeringen in personeel die hij belangrijk vindt
  6. Werk aan een goede planning, en zorg dat het overleg over de algemene gang van zaken wordt gekoppeld aan de planning- en controlcyclus
  7. Moedig de OR aan om zijn doelen en resultaten voor de komende jaren in een uitgangspuntennotitie vast te leggen
  8. Help de OR bij het voeren van effectieve gesprekken met de bestuurder en het ontwikkelen van overtuigende argumenten

Praktijkvraag

Waarom moet ik iets van risicomanagement weten? Wij doen al veel aan risico's.

Rob geeft antwoord:

Bovenstaande vraag krijg ik vaak. Veel organisaties doen inderdaad aan het bekijken van risico's. Zo wordt er met de verplichte RI&E gekeken naar veiligheid en gezondheid. Ook wordt wel naar risico's gekeken in het belang van verkoop voor de markt en voor de klant; om te voorkomen dat er klachten komen. Maar heel vaak wordt niet goed naar de risico's van de eigen organisatie gekeken. Denk hierbij aan cyberrisico's en aan ziekteverzuim.

Bij de inventarisatie van risico's moet naar twee omgevingen worden gekeken: naar buiten en naar binnen. Daar zijn een aantal bekende en minder bekende methodes voor, zoalsde SWOT- analyse en methodes als PESTEL, PIOFACH, Business Model Canvas of het vijfkrachtenmodel van Porter. Inhoudelijk hoeft een OR dit allemaal niet te kunnen. Wat de OR wel moet doen, is de bestuurder vragen hoe hij weet of hij volledig is geweest in zijn risico-inventarisatie. Het gebruik van de genoemde methodes zorgt namelijk voor een volledige analyse.

Een OR kan met name goed meepraten en observaties met de bestuurder delen over zaken die te maken hebben met de medewerkers en in bredere zin de continuïteit van de organisatie. Denk hierbij aan informatie over de kwaliteit van geleverde producten of diensten. Een mooi en extreem voorbeeld hiervan is het faillissement van fietsenfabrikant Van Moof.

De OR kan elk document over risicomanagement opvragen. Naast de risicoanalyse door de eigen organisatie is ook vaak de accountant bezig met het in kaart brengen van risico's. Deze worden in de management letter opgenomen. Een document waar de OR zonder meer naar kan vragen.

De OR heeft recht op informatie (artikel 31) over risicomanagement en kan dit in een overleg (artikel 23) bespreken. Ook het strategisch overleg (artikel 24) is hier zeer geschikt voor.

Mijn advies aan de OR is kennis over risicomanagement op te doen, zodat de OR dat kan inzetten bij alle onderwerpen die passeren. Daarnaast is het verstandig om in de jaarkalender een moment op te nemen om het onderwerp risico's en risicomanagement apart met de bestuurder te bespreken.

Dit artikel komt uit het AS Magazine – oktober 2023
Download de pdf hier

Geschreven door Rob Latten, organisatie-adviseur bij DeVerandermotOR. Leer meer over Rob bij "het team" of op LinkedIn.

Geplaatst in: Nieuws

23 oktober 2023

Medewerkersparticipatie in plaats van een cor: Focusteam MZ

Wij zijn JONG maakte de overstap van een cor met daaronder vijf divisie-or’s, naar een vernieuwde vorm van medezeggenschap. Waarom? En hoe kreeg men dat voor elkaar?

Wij zijn JONG

‘Want jij bepaalt mee. Punt.’*

Wij zijn JONG is een organisatie voor de opvang en de ontwikkeling van kinderen in het midden en zuiden van het land. Monica van der Marel werkt bij Wij zijn JONG en is sinds 2018 betrokken bij de medezeggenschap.

Die bestond toen nog uit een centrale ondernemingsraad en daaronder divisieondernemingsraden. Maar de organisatie groeide en de besluitvorming ging steeds sneller. ‘Die oude structuur van de medezeggenschap paste niet meer bij de visie die wij wilden uitdragen,’ legt Van der Marel uit. Ook in de maatschappij zag Van der Marel de zeggenschap en medezeggenschap volop in beweging. ‘In de besluitvorming worden het belang en de stem van medewerkers steeds meer erkend. Dat zien wij om ons heen. Dan kun je niet stil blijven zitten.’

Draagvlak

De toekomstbestendigheid van de medezeggenschap werd een belangrijk onderwerp in de toenmalige ondernemingsraad. De or-leden vroegen zich af: Was het niet vreemd dat een hele achterban vertegenwoordigd werd door dat kleine clubje mensen, dat zich bezighield met vraagstukken die leefden in vooral de top van de organisatie? ‘Het zou veel mooier zijn om de men- sen die het aangaat in een vroeg stadium te betrekken. Hen te laten meedenken vanuit hun kennis en expertise en ook daar draagvlak creëren’, zegt Van der Marel. ‘Dat is wat we nu aan het doen zijn.’

Convenant

De eerste gesprekken hierover begonnen in 2019. De toenmalige Cor en bestuurder stelden bijgestaan door adviseurs een convenant op. Daarin legden zij afspraken vast over de mogelijke werkwijze. De overschakeling van vijf divisie-or’s en een Cor naar een nieuwe vorm van medezeggenschap was een flinke stap. Al die organen maakten plaats voor een zo- genoemd ‘Focusteam mz’.

Inmiddels is Van der Marel voorzitter van het Focusteam van Wij zijn JONG, dat acht leden telt. Dat niet veel lijkt voor een bedrijf met 3000 medewerkers. Maar het convenant regelt dat bestuur én medewerkers samen verantwoordelijk zijn voor het goed functioneren van de medezeggenschap. Van der Marel: ‘Het Focusteam is niet verantwoordelijk voor alle projecten die we draaien, maar we voelen ons wel verantwoordelijk voor het sla- gen van de nieuwe inrichting van de medezeggenschap.’

Wor in de kast

Wij zijn JONG werkt niet meer met formele advies- en instemmingsaanvragen, omdat de instemming bijna vanaf het ontstaan van het idee al is geregeld, zegt Van der Marel. Een instemmings- procedure is dan niet meer nodig, want bestuurder en medezeggenschap zetten samen de stappen die nodig zijn voor de uitvoering. Van der Marel: ‘Bij ons staat de Wor in de kast. In plaats van vanuit de Wor te denken, voeren we veel meer het echte gesprek. Wij toetsen constant op alle processen. Worden medewerkers betrokken? En gebeurt dat voldoende? Als je de medewerkers betrekt die het aangaat en zij kunnen hun stem laten horen, is het besluit nog maar een formaliteit. Dan kun je dat gewoon aftikken, denken wij. We willen veel minder die formele weg volgen.’

Thema’s werkdruk, vitaliteit en gezondheid

Om erachter te komen wat er bij de mensen speelt, organiseert Wij zijn JONG dialoogsessies. Dat doet de organisatie in samenwerking met het Focusteam; een vorm van directe participatie. Dat is die ‘minder formele weg’ waarover Van der Marel spreekt. Medewerkers praten met elkaar over een onderwerp en wisselen standpunten uit. Wat leeft er bij de medewerker? Wat vinden de collega’s belangrijk? Is er te veel uitstroom? Wat is de reden erachter?

Werkdruk is in de kinderopvang een belangrijk thema en daar zijn de eerste dialoogsessies aan gewijd. Van der Marel: ‘We spraken over wat maakt dat je werkdruk ervaart. En we gaan ervanuit dat je ook werkgeluk ervaart. Misschien wel net zo belangrijk. Met de uitkomsten uit die sessies gingen we aan de slag. De reactie van de medewerkers was: we worden gehoord, we worden serieus genomen en we zien dat de organisatie iets doet met de input die wij geven. En dan krijg je medewerker-betrokkenheid.’

Een van de andere thema waarover gesproken wordt, is vitaliteit en gezondheid. Van der Marel: ‘Wat hebben de medewerkers daarvoor nodig? We doen dat samen met HR en de arbodienst. Dit zijn processen waar Monica van der Marel normaal gesproken de ondernemingsraad een klap op zou geven. Nu praten mensen mee uit alle gelederen van de organisatie. Daar zitten jongeren en ouderen bij, vanuit verschillende posities. Dit geeft een heel breed palet aan suggesties en opvattingen uit de organisatie.’

Reuring en participatie

Het is ook een uitdaging om de juiste mensen te bereiken, voor een samenwerking tussen een team van acht medewerkers en de directie. Hoe weet je zeker dat iets niet het favoriete onderwerp van één medewerker is? Hoe weet je zeker dat je een thema te pakken hebt? Hoe kunnen het Focusteam en de directie zichtbaar maken dat ze werken aan thema’s die het verschil kunnen maken voor de medewerker? ‘Het belangrijkste is dat je medewerkers prikkelt’, meent Van der Marel.

‘Dus als het ze echt aangaat, en als ze echt geïnteresseerd zijn en er echt iets over te vertellen hebben, sluiten die medewerkers wel aan. We zitten nu in een fase waarin we zichtbaar willen zijn. Dus vertellen we wat wij aan het doen zijn en wat de organisatie van belang vindt. We gaan naar de medewerkers en naar locaties toe. Met elkaar praten om reuring te geven aan de fase waar we in zitten.’

Ceremoniemeester

De medezeggenschap is ervan overtuigd dat de nieuwe medewerkersparticipatie bijdraagt aan een betere cultuur in de organisatie. Het is gemakkelijk om het Focusteam te zien als “de nieuwe Cor”, maar dat is het zeker niet, vindt Van der Marel. Het is meer de “ceremoniemeester” voor het uitzetten van de processen en zorgen voor draagvlak voor participatie van medewerkers. ‘Met de dynamiek van het Focusteam is de actieve betrokkenheid van de medewerkers veel groter, steviger en laagdrempeliger dan in de traditionele vorm.’

De samenwerking tussen het bestuur van de organisatie en de medezeggenschap wordt volgens Van der Marel verstevigd door deze vorm, omdat er constant een dialoog is. Ook tussen het Focusteam en het bestuur zijn de lijntjes kort, alles wordt in verregaande af- stemming gedaan. ‘Wanneer wij vermoeden dat er iets niet goed loopt, hebben we al de ingang om dat te bespreken’, zegt Van der Marel. ‘In de Cor zit je altijd tegenover elkaar en was alles zo formeel. Er waren drempels om tot elkaar te komen. Nu staat het bestuur altijd open voor het gesprek. Zo kunnen we elkaar scherp houden. Tot nu toe komen we daar steeds een stapje verder in. Ik ben echt wel trots op wat we samen bereikt hebben.’

*: het motto dat het Focusteam gebruikt in de communicatie

Geschreven door Jac. Janssen

Dit artikel komt uit het OR Magazine – oktober 2023
Download de pdf hier

Medezeggenschap in beweging
Lees meer over vernieuwende or’s in het boek Medezeggenschap in beweging, geschreven door Rob Latten en Bob van Weert. Met vele tips en tricks van or-collega’s schetsen zij veranderingen die gaande zijn. Geïnteresseerde or-leden, HR-professionals en bestuurders die hun eigen medezeggenschap willen vernieuwen, kunnen inspiratie putten uit deze praktijkvoorbeelden. Bestel via contactformulier, bol.com of Brave New Books.

Geplaatst in: Nieuws

9 oktober 2023

Ban het OR-Budget – van OR-budget naar begroting

In tijden van krapte, wordt ook aan de OR gevraagd om spaarzaam te zijn met te maken kosten; op zichzelf een logische vraag. Aan de andere kant legt de bestuurder soms ook in goede tijden (flinke) financiële beperkingen aan de OR op. In deze whitepaper gaan we verder in op de kosten van de OR en het gebruik van een OR-budget.

OR-Budget

De kosten van de OR

Elk team, elke afdeling, divisie of organisatie die werkzaamheden verricht, heeft in meer of mindere mate kosten1. Dus ook een OR. Voorbeelden hiervan zijn kopieerkosten, kosten voor vakliteratuur, verblijfs- en overnachtingskosten, scholingskosten, reiskosten, kosten voor het inschakelen van deskundigen en kosten voor het voeren van juridische procedures. Ook de arbeidskosten voor het (OR-)werk, zoals het salaris van OR-leden, vallen hieronder. Een ondernemer2 die in zijn organisatie te maken heeft met een OR, moet rekening houden met een kostenpost voor het in standhouden van deze OR. Het gaat dan om kosten voor de genoemde faciliteiten, maar ook om kosten voor het vervangen van OR-leden in het normale werk. Zo zal iemand die wordt uitgeroosterd van een ploeg moeten worden vervangen.

Kortom: in de begroting van een organisatie moet rekening worden gehouden met de kosten verbonden aan de OR. De vraag is echter: hoe groot mag en kan deze kostenpost zijn? En hoe moet een OR of bestuurder hiermee omgaan?

Lees meer in de whitepaper (PDF), hier.

Geschreven door Rob Latten, organisatie-adviseur bij DeVerandermotOR. Leer meer over Rob bij "het team" of op LinkedIn.

Geplaatst in: Nieuws

25 september 2023

Mythes over de rol van de OR: Deel 3

Er is een OR in bijna iedere organisatie, maar de rol van de OR is voor veel mensen onduidelijk. In dit artikel bespreken we een aantal van deze misconcepties. Lees ook deel 1 en deel 2.

Rol OR Mythes

Mythes over de rol van de OR: Deel 3

De meeste werknemers binnen een organisatie weten dat de OR bestaat, maar weten vaak niet concreet wat de OR inhoudt. Het is daarom niet gek dat hier veel misconcepties over rondgaan. Ook OR-leden zelf lopen vaak rond met overtuigingen die misschien niet helemaal juist zijn. In dit derde deel van deze serie over “mythes over de rol van de OR” gaan we in op nog aantal van deze misconcepties (lees het vorige deel, hier).

Mythe: Het OR werk is vrijblijvend

Lid worden van een OR is vrijwillig, maar niet vrijblijvend. Als je je aanmeldt voor de OR vereist dat een bepaalde inzet. Als leden het OR werk niet voldoende serieus nemen dan komt de medezeggenschap niet tot zijn recht. Hierop kan de OR aangesproken worden door iedereen die werkzaam is binnen de organisatie. De achterban kan de OR wijzen op het niet naleven van het OR-reglement. Ook de relatie met de bestuurder wordt minder wanneer de OR onvoldoende verantwoordelijkheid neemt voor het medezeggenschapswerk.

Mythe: Als OR lid ben je beschermd tegen ontslag

Sommigen werknemers melden zich aan voor de OR omdat ze denken dat dit hen beschermd tegen ontslag, of een soort “immuniteit” geeft. Ten eerste is dat niet de juiste motivatie om bij de OR te gaan. En daarnaast mag je als OR-lid niet in je baan benadeeld worden voor het medezeggenschapswerk, zodat je functie als lid van de OR en als werknemer binnen de organisatie gescheiden blijven. Maar als jij in je functie niet goed functioneert of je niet aan de regels houdt, dan gelden nog steeds dezelfde ontslagregels als normaal à https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/ondernemingsraad/vraag-en-antwoord/wanneer-kan-ik-als-or-lid-ontslag-krijgen.

Mythe: Als OR ben je alleen voor de collega’s van de werkvloer en niet voor het management

De achterban van de OR is iedereen in de organisatie buiten de raad van bestuur. Dus ook het management. Sterker nog, managers kunnen zelf ook deelnemen aan de OR, hoewel dat lastig kan zijn vanwege de dubbele rol die zij dan krijgen. Enerzijds maken ze de plannen (in de rol van manager) en aan de andere kant worden deze beoordeeld (in de rol van OR lid). Dit is vaak onhandig en daarom zijn sommige managers wat terughoudend bij het idee van het OR-lidmaatschap.

Mythe: De bestuurder bepaald wat er in een ov-vergadering besproken wordt

De agenda voor de OV (overlegvergadering) wordt in samenspraak gemaakt. Dus ook de OR mag thema’s op de OV-agenda zetten, waarvan zij vinden dat deze besproken dienen te worden. Dit wordt juist aangeraden, aangezien deze proactieve houding de medezeggenschap juist bevordert.

Mythe: De OR staat onder het management in de hiërarchie

Veel OR’s hebben niet door hoeveel invloed ze hebben. De OR is een gelijkwaardige gesprekspartner voor de bestuurder en heeft verregaande rechten en plichten, zoals beschreven in de WOR. Bij sommige onderwerpen kan een besluit pas genomen worden nadat het door de OR is behandeld, zo zijn er een heel aantal onderwerpen die eerste de instemming of advies van de OR behoeven.

Conclusie

Zoals je leest, blijft er soms nog wat onduidelijkheid over de rol van de OR binnen een organisatie. Wij hopen dat deze post wat meer helderheid heeft gegeven over de daadwerkelijke rol van de OR. Heb jij ook mythen of misconcepties (gehoord) over de OR? Stuur ze naar ons toe en wie weet bespreken we deze in een volgend deel.

Geschreven door Bob van Weert, organisatie-adviseur bij DeVerandermotOR. Leer meer over Bob bij "het team" of op LinkedIn.

Geplaatst in: Nieuws

  • « Ga naar Vorige pagina
  • Pagina 1
  • Interim pagina's zijn weggelaten …
  • Pagina 4
  • Pagina 5
  • Pagina 6
  • Pagina 7
  • Pagina 8
  • Interim pagina's zijn weggelaten …
  • Pagina 12
  • Ga naar Volgende pagina »
Een greep uit onze opdrachtgevers:
slider image
slider image
slider image
slider image
slider image
slider image
slider image
slider image
slider image
slider image
slider image
slider image
slider image
slider image
slider image
slider image
slider image
slider image
slider image
slider image
slider image
slider image
slider image
slider image
slider image
slider image
slider image
slider image
slider image
slider image
slider image
slider image
slider image
slider image
slider image
slider image
slider image
slider image
slider image
slider image
slider image
slider image
slider image
slider image
slider image
slider image
slider image
slider image
slider image
slider image
slider image

Contact

  • Algemene voorwaarden
  • Privacy-Statement
  • Disclaimer
  • Ervaringen
  • Kwaliteitseisen
  • Nieuwsbrieven

© Copyright 2022 - 2025 DeVerandermotOR · Alle rechten voorbehouden





Wij gebruiken cookies op onze website. Door op 'oké' te klikken of door gebruik te blijven maken van deze website, gaat u hiermee akkoord. Klik hier voor meer informatie.