• Door naar de hoofd inhoud
  • Home
  • Over DeVerandermotOR
    • Visie, kernwaarden & werkwijze
    • Waarom DeVerandermotOR
    • Het team
    • Ervaringen
    • About (English version)
  • Onze expertise(s)
    • Verandertrajecten
    • Financiële analyses
    • Versterking medezeggenschap
    • Duurzame Inzetbaarheid
  • Nieuws & Inspiratie
    • Nieuwsbrieven
    • Blogs
    • Whitepapers
    • Boeken
    • Tip: Podcast
  • Contact

DeVerandermotOR

Header Rechts

085 080 56 66
[email protected]

Nieuws

12 september 2023

Casus: instemmingsverzoek OR voor aangepast ploegenrooster

In dit artikel bespreken we een specifieke casus die gaat over een instemmingsverzoek voor een tijdelijke aanpassing van het ploegenrooster en de financiële effecten hiervan.

Casus blog

De casus

De OR heeft een instemmingsverzoek ontvangen om het ploegenrooster aan te passen. Tijdelijk wel te verstaan, namelijk tijdens de rustige zomermaanden. De bestuurder stelt dat de OR wel instemming heeft over het ploegenrooster zelf, maar niet over de financiële gevolgen daarvan.

Onze reactie

Interessant is te zien dat dit soort verzoeken vaak net voor een vakantie worden ingediend. Er is weinig tijd er goed naar te kijken. De tijdsdruk is enorm omdat de vakantie voor de deur staat. Daarmee lijkt de vraag op dit moment ook niet meer heel relevant. De zomervakantie is immers voorbij. Niets is echter minder waar. Dit gebeurt ook tijdens de najaar-, kerst, voorjaars en weer de zomervakantie. Zorg daarom dat je erop voorbereid bent en direct kunt reageren.

In de casus die wordt voorgelegd, wordt aan de OR instemming gevraagd om het ploegenrooster aan te passen. De belangrijkste reden is het feit dat de zomermaanden rustiger zijn. De bestuurder geeft aan dat de OR wel discussie kan en mag voeren over de personele gevolgen maar de financiële effecten hiervan niet relevant zijn.

Wettelijke kant

Als eerste is het belangrijk om de wet erbij te pakken. Het aanpassen van een ploegenrooster is instemmingsplichtig volgens artikel 27 WOR. De consequenties van een dergelijk besluit op bijvoorbeeld het personeel maar ook de organisatie, zijn onderdeel van dit voorgenomen besluit. Daar hoort ook bij de wijze waarop met deze consequenties wordt omgegaan. Kijk wel nog even goed naar de CAO. Soms staan hier extra afspraken over de wijze waarop met een dergelijke situatie omgegaan moet worden. Als er echter niets over het wijzigen van het ploegenrooster in de CAO staat, valt het dus onder de instemming van de OR.

Het aanpassen van het ploegenrooster heeft dus niet alleen personele gevolgen. De andere manier van organiseren heeft ook effect op de organisatie zelf en de financiële kant. En wellicht is die financiële kant nu juist de belangrijkste reden om het ploegenrooster tijdelijk aan te passen. Het is dus niet relevant of er alleen maar personele consequenties zijn. De aanpassing wordt ter instemming voorgelegd en de daaruit voorvloeiende consequenties zijn onderdeel van dat voorgenomen besluit. Daarmee kijk je dus als OR integraal naar een dergelijk voorstel. Waarom wordt iets aangepast, wat is het effect daarvan op de mens, op de organisatie en wat zijn de financiële gevolgen (en hoe worden die consequenties opgevangen)?

Verlenen van instemming

Met die inzichten, kun je als OR je verder oriënteren op de wijze waarop gereageerd wordt. Wellicht ben je het eens met het feit dat het rooster wordt aangepast. Juist omdat je inziet dat de zomerperiode (of een andere periode) rustig is. Maar je hebt ook oog voor de financiële consequenties daarvan. Dit treft immers medewerkers ook financieel (zoals onregelmatigheidstoeslagen, minder uren).

Natuurlijk kan en mag je hierover onderhandelen. Je hoeft niet zo zeer tegen het gewijzigde rooster te zijn. Maar het (wellicht positieve financiële) effect mag je wel bespreekbaar maken. Hier ontstaat een moment waarop de OR kan en moet onderhandelen.

Positieve instemming

In deze casus was nog een interessant aanvulling. De OR wilde kijken op welke manier hij positieve instemming kon geven. Die manier van instemming geven, bestaat niet. De woorden positief en negatief horen bij het adviesrecht (als je dat al wilt gebruiken). In het voorliggende geval ben je het eens of niet eens met het voorgenomen besluit. En dus verleen je instemming of niet. Het onderhandelen is dus in dit geval voor de bestuurder minder vrijblijvend. Ook kan de OR overwegen om geen instemming te geven als je als partijen hier niet uitkomt.

 

Conclusie

Als OR is het belangrijk om eerst grip te krijgen op het proces. Het geheel is instemmingsplichtig en moet ook zo behandeld worden. Daar horen de financiële consequenties en de wijze waarop die worden opgevangen, ook bij.

Vervolgens moet je als OR kijken of het een logisch besluit is (wat, waarom, waardoor, hoe, etc.)? Daarna ga je met elkaar onderhandelen over de opvang van de consequenties. Misschien kunnen de tijden net anders worden aangepast, de toeslagen voor een deel worden doorbetaald? Wellicht is juist dat bespreken lastig. Als OR moet je dan namelijk echt kleur bekennen. Je begrijpt wellicht de aanpassing, je ziet de problemen voor de organisatie maar ook de financiële consequenties voor de medewerkers, maar je staat onder tijdsdruk om snel te moeten reageren. Dan is het geen juridisch vraagstuk meer, maar een onderhandelingsvaardigheid. En wellicht moet je je daarin laten bijstaan.

Geschreven door Rob Latten, organisatie-adviseur bij DeVerandermotOR. Leer meer over Rob bij "het team" of op LinkedIn.

Geplaatst in: Nieuws

14 augustus 2023

Rol van de OR bij grensoverschrijdend gedrag

Grensoverschrijdend gedrag is veel onder de aandacht gekomen de afgelopen jaren, maar wat als dit bij jouw organisatie op de werkvloer speelt? Hoe kan je als OR bijdragen aan een veiligere werkomgeving?

Verschil OR en vakbonden

Actieprogramma overheid

Er is een actieprogramma tegen seksueel overschrijdend gedrag gerepresenteerd door het kabinet. Het programma bestaat uit drie soorten maatregelen: maatregelen die de overheid zelf neemt, maatregelen die maatschappelijke sectoren en organisaties moeten nemen en maatregelen die uiteindelijk alleen slagen als de samenleving als geheel seksueel grensoverschrijdend gedrag en seksueel geweld niet langer accepteert door elkaar aan te spreken op ongewenst gedrag en slachtoffers te steunen1. Voor de OR zijn vooral de maatregelen op organisatieniveau relevant.

Organisaties dienen processen in stand te brengen waardoor preventie, signalering en opvolging gestroomlijnd worden. Er moeten duidelijke afspraken komen over waar je naartoe kan gaan binnen een organisatie om zelf – of voor een ander – een melding te maken. Hiervoor moet voldoende en kwalitatief goede hulpverlening beschikbaar (en toegankelijk) zijn.

Taak van de OR bij overschrijdend gedrag

Volgens artikel 27 in de WOR heeft de OR instemmingsrecht op verschillende onderwerpen, waaronder het arbobeleid in de organisatie. Ook heeft de OR een stimulerende taak (de zorgplicht) bij het tegengaan van discriminatie in welke vorm dan ook (artikel 28 WOR).

De OR kan de achterban in beraad nemen om de sociale veiligheid binnen de organisatie te meten. Weet dat dit niet eenvoudig is vanwege de gevoeligheid van het onderwerp. Houd hier als OR rekening mee door bewust een keuze te maken over hoe je dit gaat onderzoeken. De sociale veiligheid op de werkvloer bespreekbaar maken in een overlegvergadering is dan een eventuele vervolgstap. Ook kan de OR hierbij initiatiefvoorstellen doen (artikel 23.3). Denk hierbij aan opstellen van richtlijnen en het aanscherpen van de klokkenluidersregeling. Ook kan de OR aandringen op de benoeming van vertrouwenspersonen, zowel intern als extern. Het liefst allebei, aangezien dit zoveel mogelijk obstakels uit de weg helpt, mocht iemand een melding willen doen.

Vertrouwenspersoon

Zoals hierboven benoemd, zou vertrouwenspersoon een van de mogelijke, effectieve oplossingen kunnen zijn. Een vertrouwenspersoon is een iemand bij wie men vertrouwelijke zaken kwijt kan, waaronder elke vorm van grensoverschrijdend gedrag. Het is belangrijk dat er zo weinig mogelijk drempels voor medewerkers zijn om naar de vertrouwenspersoon te stappen.

Een vertrouwenspersoon is nog niet verplicht binnen organisaties, maar dit zou spoedig kunnen veranderen. GroenLinks is in de Tweede Kamer gekomen met een initiatiefwet die (minstens) één vertrouwenspersoon in elke bedrijfsorganisatie verplicht stelt. Omdat het gaat over arbeidsomstandigheden en bedrijfsmaatschappelijk werk, is het logisch dat de OR instemmingsrecht krijgt op de aanstelling van een dergelijk vertrouwenspersoon. Dit valt namelijk onder het instemmingsrecht van de ondernemingsraad volgens artikel 27 in de WOR.

Risico-inventarisatie Evaluatie

Volgens de Arbowet dient de werkgever psychosociale arbeidsbelasting te voorkomen en te beperken. Om aan deze verplichting te voldoen moet elke organisatie een RI&E (Risico-inventarisatie Evaluatie) opstellen, waarin ook een plan van aanpak te vinden moet zijn. Voor de RI&E heeft de organisatie instemming nodig van de OR. De OR kan vervolgens bepalen of de RI&E voldoende effectiviteit brengt aan het behouden en reguleren van de sociale veiligheid op de werkvloer, maar ook met betrekking tot het instellen van procedures heeft de OR instemmingsrecht. Slachtoffers van grensoverschrijdend gedrag moeten een klacht kunnen indienen bij een onafhankelijke klachtencommissie, of dus bijvoorbeeld bij een vertrouwenspersoon.

Volgens het initiatiefrecht en de stimuleringstaak (met betrekking tot naleving van de Arbowet) kan de OR binnen de organisatie, of bij de bestuurder, aankaarten dat er een RI&E moet komen. Soms ontbreekt een actuele RI&E binnen organisaties. Het aankaarten hiervan is een uitdagende, maar desalniettemin belangrijke opgave voor de OR.

Conclusie

Het is belangrijk als OR te monitoren of binnen de organisatie de juiste maatregelen zijn getroffen en procedures zijn opgesteld om grensoverschrijdend gedrag te voorkomen, of in elk geval effectief aan te pakken. Ook is belangrijk dat de communicatie hierover naar de achterban duidelijk is en dat werknemers weten wat ze moeten doen wanneer zij of anderen op de werkvloer, grensoverschrijdend gedrag ervaren.

Heb je meer informatie nodig of heb je advies nodig bij een specifieke vraag, neem dan gerust contact met ons op.

1 https://www.rijksoverheid.nl/actueel/nieuws/2023/01/13/kabinet-presenteert-actieprogramma-tegen-seksueel-grensoverschrijdend-gedrag-en-seksueel-geweld

Geschreven door Bob van Weert, organisatie-adviseur bij DeVerandermotOR. Leer meer over Bob bij "het team" of op LinkedIn.

Geplaatst in: Nieuws

18 juli 2023

Monitoren van de organisatie

Als ondernemingsraad wil je meedoen, invloed uitoefenen op de besluitvorming. In dat geval is het handig als je de belangrijkste hobbels in een organisatie kunt vaststellen, herkennen en kunt meepraten over bijsturen. Oftewel, je moet zicht hebben op de manier waarop een organisatie wordt gemonitord. Als de monitor onvoldoende cijfers laat zien, wordt er bijgestuurd. Een reorganisatie ligt dan op de loer. En juist daar wil je als medezeggenschap vroegtijdig over geïnformeerd zijn.

Monitoren van de organisatie

Monitoren

Een organisatie kun je vergelijken met een auto. In de auto zit een dashboard met een groot aantal meters, lichtjes en geluiden. Deze geven inzicht in de stand van zaken: waar ben je, hoe staat de motor ervoor, hoe hard rijd je? En soms branden er lichtjes waarbij je weet dat je naar de garage moet om de onderliggende problemen nader te laten onderzoeken.

Een soortgelijk dashboard wordt ook binnen organisaties gebruikt. Veelal in de vorm van wekelijkse, maandelijkse of managementinformatie per kwartaal. Belangrijk is te weten wat de doelstelling van het meten is. Wat wil je onderzoeken, monitoren of bijhouden? Zijn er strategische doelen en zitten we op de goede weg? Of wil een aandeelhouder vooral zien dat de marges goed zijn en juist op het verbeteren hiervan sturen? Ook financiers kunnen specifieke aandacht geven aan de organisatie door te kijken naar de mate waarin zij aan haar betalingsverplichtingen kan voldoen.

Kortom: meten is prima. Het is echter essentieel dat je vooral duidelijk hebt wat je in de gaten wilt houden. Wat is je doel? En welke kengetallen sluiten goed aan op het inzicht dat je wilt hebben?

Kengetallen

Monitoren vindt plaats door gebruik te maken van kengetallen. Een kengetal wordt ook vaak KPI, ratio, verhoudingsgetal of kencijfer genoemd. Het is een verhoudings- getal of een absoluut cijfer dat gebruikt wordt om snel inzicht te geven. Vaak door zelf een berekening te maken of door uit bestaande gegevens (zoals een balans, winst- en verliesrekening of kasstroom- overzicht) specifieke informatie te halen.

Zo kan het interessant zijn om te kijken naar de liquiditeit van de organisatie (hoeveel geld is er werkelijk?) of naar de solvabiliteit (zijn we op langere termijn financieel gezond?) en het rendement (wat is het niveau van kosten ten opzichte van de omzet die we maken?).

Er zijn veel verschillende kengetallen en alles uit je hoofd leren is niet logisch. Belangrijk is aan de bestuurder of financieel directeur te vragen welke kengetallen voor jouw specifieke organisatie van belang zijn. Waar ligt hij ’s nachts wakker van? Als je weet welke kengetallen de bestuurder relevant vindt, kun je verder analyseren.

Analyse

Een goede analyse met kengetallen bestaat uit de volgende vragen:

  1. Welke kritische succesfactor (KSF) staat centraal? Wat wil je meten en waarom is dat van belang?
  2. Welke kritische prestatie- indicatoren (KPI, het kengetal) geven hier inzicht in? Welk inzicht geeft de KPI, wat zegt het?
  3. Hoe wordt de KPI berekend (formule)?
  4. Welke norm is van toepassing en waar komt deze vandaan (benchmark, eigen norm, branche, wettelijk, et cetera)?
  5. Wat is de uitkomst (nu en de ontwikkeling, wat is de trend)?
  6. Welke mening heb je er over?

En de OR?

Voor de OR is het belangrijk om zicht te krijgen op de manier waarop de organisatie wordt aangestuurd. Als ambtelijk secretaris kun je daar prima sturing aan geven. Aan de andere kant... er zijn al genoeg mensen die de prestaties van de organisatie in de gaten houden. Ieder met zijn eigen invalshoek, kengetallen en meningen.

Juist daarom is het als OR belangrijk na te denken over welke kengetallen je zelf interessant vindt. Wat zijn je uitgangspunten? Wat wil je op termijn bereikt hebben? En dan vervolgens de vraag stellen: hoe kunnen we dit meten en monitoren? Juist deze informatie (met kengetallen) moet je opvragen.

Laat je dus niet verleiden door alleen maar te praten over de management- informatie die door de bestuurder wordt geleverd. Die is gekleurd en vooral bedoeld om hem inzicht te geven. Als OR wil je wellicht juist ook andere ontwikkelingen monitoren en bespreken. Laat je daarop informeren met kengetallen.

Ontwikkel dus je eigen managementrapportage of OR-cockpit!

Praktijkvraag

De OR vraagt zich af waarom hij wel het financieel jaarverslag toegestuurd krijgt, maar niet de management letter.

Rob geeft antwoord:

Als de accountant bezig is met de controle van de jaarrekening, kijkt hij niet alleen naar de correctheid van de cijfers. Hij kijkt ook naar zorgen, risico’s en aandachtspunten. Specifiek gaat het dan om de interne beheersing van de organisatie. Deze inzichten dient de accountant in een management letter te verwoorden naar de bestuurder/toezichthouders.

Als OR ben je ook op zoek naar die zorgen, naar risico’s die je wellicht onderkent en naar aandachtspunten. Zijn deze aspecten terug te vinden in de cijfers? Als een professional hierover een rapport maakt, is het logisch dat via het informatierecht (art. 31 WOR) op te vragen.

Waarom wordt er soms moeilijk over gedaan? Omdat het ook veel gedetailleerde en financieel-technische gegevens bevat. Die 90-95% van de management letter is voor de OR niet interessant. Je bent juist op zoek naar die andere zorgen, risico’s en aandachtspunten. Daar mag je zelfstandig een oordeel over vellen. Overleg en soms uitleg van de financieel verantwoordelijke is dan wellicht handig. Een ander punt is dat bestuurders en toezichthouders de management letter soms zien als een soort beoordeling van het functioneren. Een te kritische noot kan daarom wellicht een verkeerd beeld geven. En dat willen ze niet altijd met de medezeggenschap delen.

 Kern: er is genoeg reden om de management letter op te vragen. Sterker nog, het is cruciaal voor het functioneren van de OR. Dat je er tactvol en wijs mee moet omgaan, dat is logisch.

Dit artikel komt uit het AS Magazine – juni 2023
Download de pdf hier

Geschreven door Rob Latten, organisatie-adviseur bij DeVerandermotOR. Leer meer over Rob bij "het team" of op LinkedIn.

Geplaatst in: Nieuws

27 juni 2023

Geheimhoudingsplicht voor de OR

In artikel 20 WOR staat beschreven hoe de OR moet omgaan met geheimhouding. Wat betekent de geheimhoudingplicht voor het uitvoeren van de taken van de OR? Op welke wijze worden zij belemmerd in de uitvoering van hun werk? Wat mag wel en wat niet? In deze blog gaan we daar dieper op in.

Geheimhoudingsplicht voor de OR

Recht op informatie

Het recht van de OR op informatie is vastgelegd in artikel 31 WOR. Het informatierecht is een belangrijk recht en van belang om als OR goed te kunnen functioneren. Dit gaat ver. Zo dient bijvoorbeeld ook een concept-koopovereenkomst bij een fusie of de management letter bij de jaarrekening aan de OR beschikbaar worden gesteld1.

De OR vertegenwoordigt de medewerkers op de diverse besluitvormingsniveaus. En hierbij is het belangrijk dat de OR open en transparant werkt. Niet voor niets zijn alle vergaderingen (van OV tot OR-vergaderingen) openbaar.

Het kan echter voorkomen dat het niet prettig is dat bepaalde informatie ook met iedereen in de organisatie wordt gedeeld. Daarom gaat dit informatierecht gaat hand in hand met de geheimhoudingsplicht.

In principe kan alle informatie die de OR van de bestuurder krijgt, onder de verplichting tot geheimhouding vallen. Dit is geregeld in art. 20 WOR. Het is belangrijk hier rekening mee te houden als OR. Het is echter niet gebruikelijk voor de bestuurder om de geheimhoudingsplicht standaard op te leggen. Belangrijk is dat het maar incidenteel gebruikt wordt—en alleen voor specifieke bedrijfsgevoelige informatie.

Wat valt onder de geheimhoudingsplicht?

Wat onder de geheimhoudingsplicht valt, kan het beste worden aangegeven door de bestuurder. Door actief aan te geven dat een onderwerp niet met anderen gedeeld mag worden, is het voor iedereen duidelijk dat vertrouwelijkheid van toepassing is.

Maar ook OR-leden hebben zelf een verantwoordelijkheid. Als je “had kunnen weten dat” iets onder deze plicht valt, dan mag je hierover niet met anderen praten. Daarbij gaat het bijvoorbeeld om gevoelige, financiële of persoonlijke informatie.

Deze laatste categorie (“je-had-het-kunnen-weten”) is erg lastig, daarom is het belangrijk hier expliciet navraag over te doen. Vraag je bestuurder of dit met anderen gedeeld mag worden of juist niet.

Gedragsregels

Zoals gesteld mag de bestuurder de OR geheimhouding opleggen. Het is echter storend als zij/hij een verhaal heeft verteld en achteraf aangeeft dat die informatie vertrouwelijk was.

Daarom staat in art. 20 WOR dat zoveel mogelijk vóór de behandeling, de geheimhouding wordt medegedeeld. Tevens wordt dan aangegeven op welke informatie het specifiek betrekking heeft, met die dit wel besproken mag worden en hoelang deze dient te duren.

Maar voor de zekerheid, dit zijn gedragsregels, dit is geen wetgeving. Mocht de bestuurder dus toch achteraf geheimhouding opleggen, dan lijkt het goed om een gesprek met elkaar te voeren over de wijze waarop je met elkaar omgaat.

Vertrouwelijkheid vs. geheimhouding

De termen vertrouwelijk en geheimhouding worden binnen de medezeggenschap vaak door elkaar gebruikt. De WOR kent het begrip ‘vertrouwelijk’ niet, en spreekt alleen over ‘geheim(houding)’. De strekking van de begrippen is niet gelijk, ‘geheim’ is formeel geregeld. Voor de term ‘geheim’ zijn in de wet regels opgenomen over het opleggen en opheffen van geheimhouding en over de schending van geheimhouding. Voor informatie die als ‘vertrouwelijk’ zijn aangeduid, gelden die regels in principe niet.

De Hoge Raad heeft echter al eens geoordeeld dat aan beide begrippen soms (afhankelijk van de context) dezelfde wettelijke betekenis kan worden toegekend. Daarbij gaat het vooral om zaken die niet aan derden ter beschikking mocht worden gesteld of niet openbaar gemaakt mocht worden.

Juist omdat binnen de medezeggenschap beiden termen worden gebruikt, is het belangrijk vooraf met elkaar hier goede afspraken over te maken.

De gevolgen

Het schenden van de vertrouwelijkheid, kan sterke gevolgen hebben2. De bestuurder kan een strafrechtelijk onderzoek laten starten tegen een OR-lid wanneer hij/zij van mening is dat er sprake is van opzettelijke schending van de geheimhoudingsplicht. Deze schending is een strafbaar feit (op grond van 272 van het Wetboek van Strafrecht) en kan leiden tot ontslag, een geldboete of zelfs gevangenisstraf3.

Het is interessant te weten dat deze consequenties er meestal niet voor leidinggevenden zijn. Dat is ook een reden om informatie gewoon bij de bestuurder op te vragen. Dat kan onder geheimhouding. Lekken van informatie door een OR-lid is zeldzaam. Het gevaar ligt meer bij andere leidinggevenden of stafmedewerkers.

Wanneer participatie niet kan of lastig is

Als geheimhouding wordt opgelegd, kan de OR niet zomaar meer overleggen met de achterban of vakbond. Het is dan al helemaal verboden contact op te nemen met de pers. Wel mag de OR externe deskundigen raadplegen. Zij zijn ook gebonden aan de geheimhoudingsplicht. De bestuurder moet hier vooraf wel toestemming voor geven en een schriftelijke verklaring tekenen (art. 20 lid 4 WOR).

Natuurlijk kan een OR-lid van mening zijn dat het “in het algemene belang” belangrijk is om toch informatie te delen. Voor dit soort situaties kan ook beroep worden gedaan op de interne klokkenluidersregeling welke de bestuurder verplicht is op te stellen. Deze wet maakt het mogelijk dat wanneer er “het vermoeden van een misstand” is, dit via de interne klokkenluidersregeling ook extern gemeld kan worden.

Er moet natuurlijk, binnen een reële tijdsperiode, tijd komen voor de OR om met de achterban te kunnen overleggen. Dit is voornamelijk belangrijk bij adviesaanvragen die grote gevolgen hebben voor werknemers. Een geheimhoudingsplicht moet hierin niet belemmerend zijn. Mocht dit tot spanningen leiden, is het altijd mogelijk om de kantonrechter te vragen de geheimhouding op te heffen.

Conclusie

Alhoewel de geheimhoudingsplicht de OR in eerste instantie zou kunnen belemmeren in het uitvoeren van zijn taken, is het wel belangrijk als OR goed te communiceren met de bestuurder over het mogelijk maken van medezeggenschap. Wanneer voor beide partijen duidelijk is waar ze aan toe zijn, verloopt de rest van het proces ook makkelijker.


1 Bron: https://www.sprengersadvocaten.nl/actueel/publicaties/zoals-heurt-is-niet-zoals-het-gebeurt-over-de-rol-ondernemingsraad-bij-verkoop-van-de-onderneming/
2 Bron: https://www.rendement.nl/ondernemingsraad/nieuws/wat-als-een-or-lid-zijn-geheimhoudingsplicht-schendt.html
3 Bron: https://mend.nl/2021/07/13/help-mijn-or-lid-schendt-de-geheimhouding-en-nu/

Geschreven door Rob Latten, organisatie-adviseur bij DeVerandermotOR. Leer meer over Rob bij "het team" of op LinkedIn.

Geplaatst in: Nieuws

5 juni 2023

Mythes over de rol van de OR: Deel 2

Er is een OR in bijna iedere organisatie, maar de rol van de OR is voor veel mensen soms onduidelijk. In dit artikel bespreken we een aantal van deze misconcepties. Lees deel 1, hier.

Rol OR Mythes

Mythes over de rol van de OR: Deel 2

De meeste werknemers binnen een organisatie weten dat de OR bestaat, maar weten vaak niet concreet wat de OR inhoudt. Het is daarom niet gek dat hier veel misconcepties over rondgaan. Ook OR-leden zelf lopen vaak rond met overtuigingen die misschien niet helemaal juist zijn. In dit tweede deel van deze serie over “mythes over de rol van de OR” gaan we in op nog aantal van deze misconcepties (lees deel 1, hier).

Mythe: De OR is gebonden aan een vast budget

Dit is niet zo. Nergens in de wet staat dat je je moet houden aan een bepaald budget. Wat er staat is dat de OR trainingen mag volgen of deskundigen mag inschakelen en dat de kosten redelijkerwijs voor de bestuurder zijn. Het is wel netjes om een inschatting te maken van de kosten die je als OR verwacht te maken in een jaar. Spreek dus niet van een budget maar van een begroting.

Mythe: Je hebt wettelijk 6 weken voor een advies/instemmingsaanvraag

Dit is een aloude misconceptie, want dat staat nergens in de wet. Dat zou ook raar zijn. Want de termijn die de OR nodig heeft is afhankelijk van een aantal factoren (grote van de aanvraag, complexiteit, volledigheid van informatie, in welke mate de OR vroegtijdig is betrokken etc.). In de wet staat niet dat de OR een afweging moet maken tussen snelheid en zorgvuldigheid. Wel dat er minimaal 1 keer overleg is geweest en dat het in redelijke termijn gegeven moet worden. Maar wat is redelijk? Als de OR geen volledige informatie heeft, kan het redelijkerwijs geen goed advies geven. Daarom is het belangrijk om de bestuurder te laten weten wat je als OR nodig hebt om tot een advies te komen.

Mythe: De WET is leidend in het OR werk

Dat is niet zo. De wet is het minimum en de relatie is het maximum. De WOR is dan ook een ‘kader wet’. Het geeft de contouren aan, maar de OR kan in samenspraak met de bestuurder zelf invulling geven over hoe medezeggenschap wordt gevoerd binnen de organisatie. Zo mag je als OR (in samenspraak) afwijken van sommige wettelijke bepalingen. Op die manier biedt de WOR ruimte om invulling te geven aan medezeggenschap passend bij de organisatie. Bijvoorbeeld, bij een organisatie die niet onder een cao valt zie je vaak een uitbreiding van het instemmingsrecht, beschreven in een convenant, welke aangeeft dat de bestuurder instemming vraagt aan de OR wanneer er een wijziging in de arbeidsvoorwaardenregeling plaats gaat vinden.

Mythe: De OR heeft geen rol bij een pilot

Dat is wel zo, maar het begint überhaupt bij het beoordelen of er wel sprake is van een pilot. Er wordt al snel gesproken van het woord 'pilot'. Terwijl het eigenlijk een geleidelijke invoering is van een verandering. Pilots zijn over het algemeen bedoeld om bijvoorbeeld een bepaalde werkwijze te onderzoeken op haalbaarheid en werkbaarheid in de praktijk. Een pilot is dan ook omkeerbaar, tijdelijk, meetbaar en kleinschalig. Als een van die dingen dus niet zo is, is het geen pilot. Regelmatig worden pilots in organisaties wel gedaan over instemmings- dan wel adviesplichtige aangelegenheden. Wil je erachter komen of er sprake is van een pilot en wat de rol van de OR daarbij is? Lees dan deze pdf.

Conclusie

Zoals je leest, is er soms nog wat onduidelijkheid over de rol van de OR binnen een organisatie. Wij hopen dat deze post wat meer helderheid heeft gegeven over de daadwerkelijke rol van de OR. Heb jij ook mythen of misconcepties (gehoord) over de OR? Stuur ze naar ons toe en wie weet bespreken we deze in een volgend deel.

Geschreven door Bob van Weert, organisatie-adviseur bij DeVerandermotOR. Leer meer over Bob bij "het team" of op LinkedIn.

Geplaatst in: Nieuws

8 mei 2023

Controleer als OR de klokkenluidersregeling binnen jullie organisatie

Een klokkenluider is iemand die een misstand openbaar maakt. Is binnen jullie organisatie een klokkenluidersregeling? Zo wel, is deze conform de nieuwe (Europese) wetgeving? De wet is geactualiseerd en daar wil je als OR bovenop zitten.

klokkenluidersregeling

Klokkenluidersregeling

De organisaties die verplicht zijn een klokkenluidersregeling op te stellen (als ze deze nog niet hebben) zijn organisaties die vallen onder de Sanctiewet, de Wet ter voorkoming van witassen en financieren van terrorisme en de Wet op financieel toezicht. Dit geldt ook voor organisaties die minder dan 50 werknemers hebben.

Is er in jouw organisatie een klokkenluidersregeling? In hoeverre ben je hiervan op de hoogte als OR lid? Zorg ervoor dat deze regeling up-to-date is en aansluit bij de wetgeving.

De klokkenluidersregeling binnen de organisatie

Aangezien de wet geactualiseerd is, is het de taak van de OR (zorgplicht) om te controleren of de klokkenluidersregeling nog overeenkomt met de nieuwe wetgeving—of ervoor te zorgen dat deze er komt. Volgens artikel 27 in de WOR, heeft de OR ook nog eens instemmingsrecht als het gaat om het wijzigen van de klokkenluidersregeling. Belangrijk hierbij is te kijken naar de volgende punten:

  • Wat voor meldingen worden er gedaan (of kunnen gedaan worden), welke sluiten aan bij de Nederlandse wet, en wat is daarmee gedaan?
  • Op welke manier kunnen werknemers een melding maken en in hoeverre is dit proces gestroomlijnd?
  • Hoe zorgt de organisatie ervoor dat meldingen vertrouwelijk behandeld worden? Is er een vertrouwenspersoon aanwezig die niet de leidinggevende of een HR-manager is?
  • Wat kan je als organisatie doen om de mogelijkheid op represailles te voorkomen?
  • Hoe verlaag je de drempel voor werknemers om contact op te kunnen nemen met het Huis voor Klokkenluiders wanneer zij extern advies nodig hebben?

Als OR wil je ook kijken naar in hoeverre de klokkenluidersregeling aansluit bij de normen en waarden van de organisatie. Het is belangrijk dat dit onderwerp op de agenda wordt gezet, ook wanneer hier nog nooit sprake van is geweest. Ga als OR proactief aan de slag en zorg dat er duidelijkheid is over ieders rol, zodat de organisatie alles op een rijtje heeft voor als een dergelijke situatie zich ooit voor zou doen. Wanneer je de kans op misstanden verminderd, voorkom je escalatie, wat op de lange termijn beter is voor de werknemers en organisatie.

Nieuwe punten in de wetswijziging om aandacht op te vestigen

Meldingen die vallen onder de klokkenluidersregeling/wet moeten mondeling en schriftelijk ingediend kunnen worden binnen de organisatie, maar in plaats van direct intern te gaan met hun melding, mogen werknemers zich ook richten tot de pers. Dit mag echter alleen wanneer het aannemelijk is dat binnen de organisatie weinig met de melding gedaan zou worden.

Ook is in de nieuwe wetgeving een ander element opgenomen. Eerder moest de klokkenluider (werknemer) namelijk aantonen dat hun melding had geresulteerd in een represaille, zoals een ontslag. Nu is dit omgedraaid en moet de werkgever aantonen dat een dergelijk besluit niet het gevolg was van de melding.

Het is belangrijk deze wijzigingen helder te communiceren binnen de organisatie, zodat werknemers bewust zijn dat er een dergelijke regeling bestaat en hier gebruik van kunnen maken. Werknemers moeten aan de bel durven trekken zonder daarbij te hoeven vrezen voor hun positie.

Geschreven door Bob van Weert, organisatie-adviseur bij DeVerandermotOR. Leer meer over Bob bij "het team" of op LinkedIn.

Geplaatst in: Nieuws

  • « Ga naar Vorige pagina
  • Pagina 1
  • Interim pagina's zijn weggelaten …
  • Pagina 5
  • Pagina 6
  • Pagina 7
  • Pagina 8
  • Pagina 9
  • Interim pagina's zijn weggelaten …
  • Pagina 12
  • Ga naar Volgende pagina »
Een greep uit onze opdrachtgevers:
slider image
slider image
slider image
slider image
slider image
slider image
slider image
slider image
slider image
slider image
slider image
slider image
slider image
slider image
slider image
slider image
slider image
slider image
slider image
slider image
slider image
slider image
slider image
slider image
slider image
slider image
slider image
slider image
slider image
slider image
slider image
slider image
slider image
slider image
slider image
slider image
slider image
slider image
slider image
slider image
slider image
slider image
slider image
slider image
slider image
slider image
slider image
slider image
slider image
slider image
slider image

Contact

  • Algemene voorwaarden
  • Privacy-Statement
  • Disclaimer
  • Ervaringen
  • Kwaliteitseisen
  • Nieuwsbrieven

© Copyright 2022 - 2025 DeVerandermotOR · Alle rechten voorbehouden





Wij gebruiken cookies op onze website. Door op 'oké' te klikken of door gebruik te blijven maken van deze website, gaat u hiermee akkoord. Klik hier voor meer informatie.