• Door naar de hoofd inhoud
  • Home
  • Over DeVerandermotOR
    • Visie, kernwaarden & werkwijze
    • Waarom DeVerandermotOR
    • Het team
    • Ervaringen
    • About (English version)
  • Onze expertise(s)
    • Verandertrajecten
    • Financiële analyses
    • Versterking medezeggenschap
    • Duurzame Inzetbaarheid
  • Nieuws & Inspiratie
    • Nieuwsbrieven
    • Blogs
    • Whitepapers
    • Boeken
    • Tip: Podcast
  • Contact

DeVerandermotOR

Header Rechts

085 080 56 66
[email protected]

Nieuws

11 januari 2023

Thuiswerken voor de OR

Een thuiswerkplek versus thuis mogen werken is een wereld van verschil, ook voor de OR. Hoe zit het nou eigenlijk met thuiswerken? Hoe dient een werkgever ermee om te gaan? En wat is de rol van de OR?

Thuiswerken voor de OR

Het nieuwe normaal

In sneltreinvaart zijn we allemaal gaan thuiswerken. De coronacrisis heeft ons ertoe gedwongen. Daar waar sommige organisaties meer terughoudend waren met thuiswerken, zijn we nu gedwongen om ons aan te passen. Van thuis mogen werken werd het opeens een verplichting, een noodzaak. En vandaag de dag is thuiswerken niet meer weg te denken. Hoewel we zien dat een groot deel van de medewerkers ook weer naar kantoor wil, is er wel een wens om meer vanuit huis te werken. Dit wordt ook wel hybride werken genoemd. Omdat de omstandigheden van thuiswerken sterk veranderd zijn, is het essentieel duidelijke richtlijnen te maken. Het maken van een formeel thuiswerkbeleid is daarbij een basis. En juist daar wordt de laatste maanden bij allerlei organisaties veel tijd aan besteed. Soms heb je een crisis nodig om vooruit te gaan.

Thuiswerken en de Wet op de ondernemingsraden

In de Wet op de ondernemingsraden (WOR) wordt thuiswerken niet bij naam genoemd. Afspraken die over thuiswerken worden gemaakt, omvatten echter een aantal regelingen op het gebied van arbeidstijden, arbeidsomstandigheden en bescherming van persoonsgegevens. Ook kunnen er regels worden gesteld op het gebied van beoordelen en belonen of de wijze waarop het werkoverleg wordt vormgegeven. Op deze onderwerpen is het instemmingsrecht van toepassing. Natuurlijk voor zover dit niet in een CAO is geregeld. Adviesplichtige onderwerpen kunnen gevonden worden in bijvoorbeeld investeringen in ICT, werkplekken of aanpassingen van gebouwen.

Een regeling op het gebied van thuiswerken is op zichzelf dus niet advies- dan wel instemmingsplichtig. Als we thuiswerken definiëren als het strikje om diverse regelingen, dan heb je op die onderliggende thema’s vaak wel een formele positie. In ieder geval als een van die regelingen wijzigt.

Trouwens, als je als OR een thema als thuiswerken belangrijk vindt, kun je het sowieso natuurlijk op de agenda zetten en daar initiatieven op nemen. Een leuke adder onder het gras is de vraag of er thuis een werkplek wordt gemaakt en of de werkgever thuiswerken prima vindt. In het geval van het creëren van een werkplek valt dit onder een ander juridisch kader dan het gedogen dat mensen ook ergens anders werken maar dat de formele werkplek op kantoor is.

Risico

Met het massaal thuiswerken ontstaat nog een belangrijk risico. Vóór corona was duidelijk dat de werkgever verantwoordelijk was voor de werkplek. En daarmee werd ook gedwongen maatregelen te nemen om verzuim tegen te gaan en veiligheid te creëren. Maar hoe ligt die verantwoordelijkheid nu? Zeker als de organisatie alleen geld of materiaal beschikbaar stelt.

Het gaat echter niet alleen om de juiste tafel en stoel. Hoe gaat de werkgever ervoor zorgen dat een werknemer geen 7, 8 of 9 uur aan een stuk achter een laptop zit? Hoe kan een werkgever, met respect voor de privacywetgeving, medewerkers controleren of monitoren? Welke verantwoordelijkheid heeft de organisatie voor bijvoorbeeld RSI-klachten als medewerkers op de bank hangen met hun laptop op de schoot? Rechtspraak omtrent dit onderwerp, los van de noodzaak binnen de crisis, is er nog niet. Wat gaat een rechter bepalen in de toekomst? Gaat hij de letter van de wet volgen? Of is de geest van de wet belangrijker? De toekomst zal uitwijzen hoe de wet geïnterpreteerd moet worden. Dit zal dan ook mede richtinggevend worden voor hoe om te gaan met thuiswerken, en het nieuwe normaal wordt beoordeeld.

Thuiswerken benaderen als business case

Thuiswerken kan bekeken worden vanuit het perspectief van de werkgever en dat van de werknemer. Waar komt dit samen? Daar waar het de grootste winst oplevert voor beide! Maar waar is dat precies?

Bekijken we thuiswerken vanuit de werkgever, dan is de vraag welk specifiek doel de werkgever nastreeft om werknemers thuis te laten werken. Gaat het om invulling geven aan goed werkgeverschap? Om jongeren te trekken die vanuit Bali, Spanje of Mexico ook prima kunnen inloggen? Of gaat de werkgever het thuiswerken vooral zien als een mogelijkheid om de kosten te verlagen? Als veel mensen thuis gaan werken, zijn er namelijk minder gebouwen nodig en kan het vastgoedbeleid op de kop.

In het geval van het besparen van kosten, is het essentieel het geheel goed te bekijken. Immers, als je als werkgever verantwoordelijk bent voor de werkplek, en die wordt thuis gecreëerd, dan kan dit in de papieren lopen. En welke investeringen worden dan gedaan om medewerkers te binden aan de organisatie? Hoe ziet een ontmoetingscentrum eruit? Is het wel zo dat thuiswerken leidt tot een besparing van kosten? Of worden de kosten niet gewoon verschoven van de werkgever naar de werknemer?

Dit roept de vraag op om thuiswerken onderdeel te laten zijn van een totaalvisie. Een bredere kijk op het werk, de werkverhouding, arbeidsomstandigheden en de cultuur. Dat begint met het duidelijk stellen van doelen. Gaat het om efficiënt werken? Is geld een drijfveer? Is motiveren of aantrekken van medewerkers het meest belangrijk? Oftewel, past het thuiswerken ook in de filosofie van de organisatie?

Vanuit de medewerker gezien zullen de wensen sterk uiteenlopen. Natuurlijk kan de een prima thuiswerken en daarmee productiever zijn. De ander is meer flexibel in het plannen van de tijd. Duidelijkheid in de richtlijnen en voorwaarden is in ieder geval belangrijk.

Dit inzicht kan het beste gecreëerd worden door het maken van een businessplan. Dit is een alles omvattend plan met daarin een helder beeld over het waarom en wat van het thuiswerken. Daarbij hoort tevens een duidelijke invulling van het: “hoe doen we dat?” op alle terreinen: van vastgoedbeleid tot arbeidsomstandigheden. Maar ook inzicht in de culturele aspecten en een duidelijke visie op het HR-beleid. Daarbij mag een financiële onderbouwing niet ontbreken.

Eerlijkheid over voor- en nadelen

Daarmee kom je direct op de voor- en nadelen van het thuiswerken. Vóór corona was er algemeen consensus over het stijgen van de productiviteit als er thuis werd gewerkt. Voordelen alom. Tijdens de coronacrisis was thuiswerken meer een verplichting. De motivatie om thuis te werken veranderde. Daarmee werd ook de groep medewerkers die thuis ging werken, anders. Voorheen waren het vooral medewerkers met een autonome functie of een duidelijk te produceren resultaat. De belangrijkste vraag was vooral of de manager voldoende controle had en daarmee toestemming gaf tot thuiswerken.

Uit onderzoek blijkt dat de perceptie over de voor- en nadelen sterk verschilt bij het thuiswerken voor of tijdens/na corona.

Zo laat een Japans onderzoek zien dat medewerkers die tijdens de coronacrisis zijn gaan thuiswerken, 60-70% minder productief zijn. Een ander onderzoek toont aan dat ouders die kinderen in een bepaalde leeftijdscategorie hebben, hun werk met thuiswerken minder goed kunnen combineren. Maar de perceptie dat thuiswerken voor iedereen leidt tot hogere productiviteit blijft onverminderd hoog.

Conclusie

Het is essentieel thuiswerken niet meer als een geïsoleerd vraagstuk te beschouwen. De verplichting om thuis te werken is voorbij, en daarmee mogen we van organisaties verlangen dat ze een helder beeld geven over de visie die er is op thuiswerken. Welk doel je wilt bereiken, staat daarbij op één. En vanuit dat doel is het belangrijk te werken aan de onderliggende beleidsgebieden. Wat betekent het voor een organisatie en haar werknemers wanneer de mogelijkheid om thuis te werken aanwezig is? Maakt het werknemers wellicht gelukkig, meer flexibel? En hoe zit het met ziekteverzuim? Wat levert dit een organisatie vervolgens (financieel) op?

Van belang is dat er goed wordt nagedacht over thuiswerken. Het moet in lijn zijn met wat een organisatie voor ogen heeft. Wanneer het past binnen de missie en visie van de organisatie leidt dat tot goede omstandigheden en relaties. En pas dan is er een win-win voor zowel organisatie als medewerkers.

Geschreven door Rob Latten, organisatie-adviseur bij DeVerandermotOR. Leer meer over Rob bij "het team" of op LinkedIn.

Geplaatst in: Nieuws

20 december 2022

OR-jaarverslag: 6 tips voor het opstellen

financieel inzicht

De OR is een zelfstandig werkend team. Een belangrijke taak is het vertegenwoordigen van de achterban. Het is dan ook essentieel om die achterban te laten weten wat je allemaal gedaan hebt. Naast zelf actief de achterban opzoeken, zijn er ook een aantal wettelijke verplichtingen. Zo dient de OR volgens art. 14 lid 2 WOR jaarlijks verslag te maken van hetgeen hij het afgelopen jaar gedaan heeft. Het OR-jaarverslag is geboren.

Nu, aan het einde van het jaar, is het goed na te denken over dit jaarverslag en deze in het nieuwe jaar op een mooie manier te maken. Hierbij onze tips:

Tip 1: Werk met een duidelijke structuur

  • Begin met een introductie. Wat doet de OR? Waar staat de OR voor? Welk belang wordt gediend?
  • Maak de OR bekend: Zet er een foto van de OR bij. Maak duidelijk wie er in de OR zit en hoe de OR bereikt kan worden.
  • Beschrijf de werkzaamheden. Geef een overzicht van alle veranderingen en projecten waarbij de OR betrokken is geweest. Wat heeft de OR tot stand gebracht? Welke initiatieven heeft de OR ondernomen? Wat is met de bestuurder besproken?

Tips 2: Gebruik een aansprekende vorm.

Ga creatief aan de slag! Het jaarverslag hoeft niet alleen uit tekst en op papier te bestaan. Maak gebruik van grafieken, foto’s of afbeeldingen. Of kies voor een vlog, podcast of interactieve vorm. Het gaat erom dat je je boodschap duidelijk maakt De vorm waarin je dit doet, is afhankelijk van de organisatie en vooral ook de doelgroep voor wie het jaarverslag wordt gemaakt.

Tip 3: Blijf bij de hoofdlijnen

Communiceer niet over de inhoud maar breng vooral de hoofdlijnen van het proces. Ben je als OR bijvoorbeeld betrokken geweest bij het regelen van een eenmalige vergoeding voor medewerkers? Ga dan niet in op de inhoud van dat voorstel. Laat in dat geval wel weten dat de OR betrokken was bij de totstandkoming daarvan. “De OR is betrokken geweest bij …”

Tip 4: Stem af met de bestuurder

Stem af met de bestuurder over wat er in het jaarverslag komt te staan. Dat is wettelijk niet verplicht, maar wel zo professioneel. Het is fijn als de bestuurder en de OR op één lijn zitten. Misschien dat de bestuurder ook een toevoeging kan geven. Een positief woordje van de bestuurder kan ook het beeld van de medewerkers over de OR een boost geven.

Tip 5: Samenwerking met de bestuurder

Wanneer de OR een prettige samenwerking met de bestuurder heeft gehad, is het goed om daar wat over te delen. Hoe heeft de OR de samenwerking beleeft? Wat vond de OR daar prettig aan? En waar zou de OR meer aandacht voor willen hebben in het nieuwe jaar?

Tip 6: Sluit het OR-jaarverslag af met een CtA (call to action)

Voorbeelden zijn: “Mocht je ergens tegenaan lopen in de organisatie, wil je iets meegeven, of heb je een belang dat je behartigt wil hebben, kun je ons bereiken via: email/contactgegevens.” Maak als OR duidelijk dat je graag hoort wat er speelt onder collega’s. Deze signalen kun je dan ter sprake brengen tijdens een overleg met de bestuurder. Vraag bijvoorbeeld ook welke thema’s de achterban belangrijk vindt en waar meer aandacht aan besteed mag worden.

Succes met het opstellen en alvast een fijne afsluiting van het jaar!

Geschreven door Bob van Weert, organisatie-adviseur bij DeVerandermotOR. Leer meer over Bob bij "het team" of op LinkedIn.

Geplaatst in: Nieuws

14 december 2022

Financieel inzicht voor OR-leden

Het blijft lastig: werken met cijfers. OR’s grijpen zich vast aan Arbo-regelingen, thuiswerkprotocollen en reorganisaties. Maar de financiële kant van het verhaal wordt minder vaak gedegen bekeken.

financieel inzicht

Het begint bij financieel inzicht

De financiële kant is het “stuurwiel” waaraan de OR kan draaien: om voorgenomen besluiten aan te passen, te veranderen of op een andere manier invloed te krijgen. Natuurlijk is een OR geen financieel expert. En dat hoef je ook niet te worden. Als je nieuwsgierig bent en de juiste vragen stelt, kun je voldoende inzicht krijgen. Daarmee kan een OR prima functioneren. Wij zijn echter van mening dat een OR zich iets meer in de financiële gang van zaken moet verdiepen dan een normale medewerker.

Zo zijn er in ieder geval minimaal drie zaken die je als OR moet kunnen:

  1. Onderzoeken of een organisatie financieel gezond is en op basis daarvan een beeld vormen voor wat dit betekent voor je eigen vakgebied en de organisatie (diagnose).
  2. De ontwikkelingen monitoren op basis van budgetten en (veelal) financiële kengetallen, en daarmee ervoor zorgen dat je weet of je eigen ambities worden bereikt.
  3. Het doorgronden van een businesscase. Oftewel, (a) het kunnen lezen en beoordelen van de financiële onderbouwing van een voorgenomen besluit, alsmede (b) het zelf financieel (laten) onderbouwen van eigen voorstellen of adviezen.

De financiële commissie

Uiteraard hoeft niet iedereen binnen de OR zich te verdiepen in de cijfers. Als er maar in ieder geval een groep(je) is dat zich dit vakgebied eigen maakt. Wellicht gewoon een financiële commissie. Deze vaste commissie richt zich dan onder meer op het opbouwen van financiële kennis. Eén of twee keer vragen wat een balans is, is prima. Maar als een financieel directeur voor de vijfde keer moet uitleggen hoe de cijfers worden gerapporteerd, mag je ook als OR naar jezelf kijken.

De financiële commissie zou daarom als belangrijkste taak moeten hebben: kennisopbouw. Weten hoe de financiële beleidscycli werken, weten welke rapportages er door het management worden gebruikt, en inzicht hebben in de manier waarop een organisatie (financieel) wordt aangestuurd. Het schrijven van een eigen woordenboekje met uitleg van begrippen kan hierbij goed helpen.

Met dit inzicht kan deze commissie vervolgens door de OR worden ingeschakeld, om bijvoorbeeld met een financiële blik te kijken naar rapportages en advies- of instemmingsaanvragen. Daar ligt een bijzondere taak. Onderzoeken of een voorstel goed is onderbouwd (businesscase) en of er helderheid is over het effect van het voorgenomen besluit op de exploitatie. Hieronder worden de drie boven genoemde zaken afzonderlijk nader bekeken.

1. Gezondheid

De financiële gezondheid van een organisatie kan op verschillende manier worden onderzocht. Het gaat (onder meer) erom de drie belangrijkste financiële overzichten te analyseren: de balans, de winst-en-verliesrekening en het kasstroomoverzicht. Alle drie geven een ander inzicht en een ander beeld over de financiële gezondheid van de organisatie.

De commissie zou periodiek kunnen onderzoeken wat de financiële positie is (balans), hoe het met het rendement gaat (winst-en-verliesrekening) en of er voldoende liquide middelen zijn (kasstroomoverzicht). Door als commissie ook helderheid te hebben over de strategische (grote) cyclus en de planning & control cyclus (kleine), is het ook mogelijk een planning te maken. Dit geeft ook structuur aan het commissiewerk. Tevens geven deze cycli inzicht in de momenten waarop de OR invloed kan uitoefenen op de plannen van de bestuurder. Kortom: een basis om het goede gesprek te voeren.

2. Monitoren

Veel OR’s worden overvallen met managementrapportages. De vraag is echter wat de OR hiermee kan en moet. De kern is dat de organisatie de overzichten gebruikt om te zien of de vooraf afgestemde begroting (beter budget) gehaald wordt. Zitten we op de goede weg of moeten we bijsturen? Voor de OR is het daarom essentieel deze ontwikkelingen te volgen. Als er al een aanpassing van de organisatie komt, dan is dit zichtbaar in de managementrapportage.

Nog beter is te kijken naar de eigen ideeën, zorgen, risico’s en uitgangspunten van de OR. Laat de directie daarop rapporteren. Kijk vervolgens of de organisatie ambities waarmaakt die in lijn liggen met de plannen van de OR. En ook hier geldt: het begint bij de OR zelf. Immers, hij moet zicht hebben op zijn ideeën en uitgangspunten, oftewel weten wat hij belangrijk vindt.

3. De businesscase

Het meest interessant is de businesscase. Een businesscase is niets anders dan de financiële onderbouwing van een voorstel. Elk voorgenomen besluit moet toch minimaal die financiële paragraaf bevatten. Naast een idee moet er ook een beeld zijn wat het voorgenomen besluit de organisatie oplevert. Dit moet je dan vervolgens kunnen monitoren en evalueren. In de businesscase moet worden uitgelegd wat de kosten en opbrengsten zijn en wanneer de investering is terugverdiend. Een goede kosten-batenanalyse, anders gezegd.

Als OR of als commissie is het daarom belangrijk dat niet alleen naar die businesscase gevraagd wordt. Als commissie moet je die businesscase ook kunnen lezen en beoordelen. Staan alle relevante financiële gegevens erin? Wat zijn de aannames? Zijn die voldoende onderbouwd? Wat betekent dit voor de organisatie in de komende jaren vanuit financieel perspectief?

En buiten het feit dat een bestuurder een businesscase moet aanleveren: de OR kan een businesscase ook prima zelf maken. Als je een idee of voorstel hebt, zorg dat je het goed financieel onderbouwt. Laat zien dat het financiële voordelen heeft. Daarmee krijgt een OR-voorstel meer gewicht en meer kans van slagen.

Lees hier meer over de businesscase!

Kosten en baten

Kennis van financiën is belangrijk. De meeste besluiten in een organisatie worden genomen op basis van financiële parameters en inzichten. Het thema ‘werkgeluk’, bijvoorbeeld, mag voor een OR belangrijk zijn. Het wordt pas echt een onderwerp op de directietafel als de OR kan laten zien wat het kost en vooral wat het (financieel) oplevert. Daarom is het belangrijk dat de OR zich verdiept in het financiële vakgebied. Niet om een expert te worden, maar wel om voldoende te kunnen vragen en om met die inzichten een goed gesprek te kunnen voeren.

Dit artikel komt uit het OR Magazine – december 2022
Download de pdf hier

Geschreven door Rob Latten, organisatie-adviseur bij DeVerandermotOR. Leer meer over Rob bij "het team" of op LinkedIn.

En door Jako van Slooten, organisatie-adviseur bij DeVerandermotOR. Leer meer over Jako bij "het team" of op LinkedIn.

Geplaatst in: Nieuws

23 november 2022

Zorgplicht OR bij agressie in de zorg

Je hoort er vaak over in het nieuws: toenemende agressie in de zorg. Wat is hierbij de taak van de OR of de bestuurder in de zorgorganisator? In dit artikel lichten we het toe.

pilot advies of instemmingsplichtig

Agressie in de zorg

Agressie in de zorg is tegenwoordig een groot probleem. Er is agressie op de werkvloer, maar zelfs ook daarbuiten. Zorgmedewerkers worden gevolgd, bedreigd en lastiggevallen. Eén op de vijf zorgmedewerkers voelt zich onveilig op het werk.1 Zorgpersoneel is hard nodig, en om zorgmedewerkers te behouden is, onder andere, een veilig werkklimaat essentieel. De zorgkloof wordt alleen maar groter als mensen de zorgsector verlaten. Dit is een complex probleem, maar je kunt als organisatie (en dus als OR) een positieve invloed hebben op een veilig werkklimaat.

Zorgplicht van de OR

Naast bevoegdheden uit de WOR zijn er ook plichten. Zo geeft artikel 28 WOR de OR de opdracht om de naleving van de regels voor de arbeidsvoorwaarden, de arbeidsomstandigheden en de arbeids- en rusttijden te bevorderen. Dit geldt ook voor het werkoverleg, gelijke behandeling en de zorg voor het milieu. Vanuit deze plicht is het dus belangrijk om agressie op de werkvloer regelmatig op de agenda te zetten. De OR heeft het vermogen de bestuurder te stimuleren om een veilige werkomgeving te creëren.

Wees op de hoogte van wat er op de werkvloer gebeurt: praat met collega’s en andere zorgmedewerkers over incidenten. Biedt een luisterend oor en onderneem daarna actie op basis van de verkregen informatie.

Zorgplicht van de bestuurder

Als bestuurder wil je hiermee aan de slag. Luister naar wat de OR te zeggen heeft over agressie op de werkvloer; vaak zijn zij daar werkzaam en hebben zij een goed beeld van wat er speelt. Op grond van artikel 7:658 heeft de werkgever een zorgplicht voor de veiligheid van de werkomgeving.2 Een onveilige werkplek reflecteert negatief terug op alle fronten van een organisatie. Als gevolg daarvan kan je als zorginstelling niet aan je zorgtaak voldoen. Goede zorg voor je medewerkers betekent goede zorg voor zorgbehoevenden.

Conclusie

Maak veiligheid op de werkvloer een speerpunt van het organisatiebeleid. Ga als OR regelmatig in gesprek met de achterban om te kijken of de genomen maatregelen effectief zijn en reflecteer dit dan weer terug bij de bestuurder. Met samenwerken kan veiligheid op de werkvloer gewaarborgd blijven. Zorg dat agressie niet genormaliseerd wordt. Want het ís niet normaal en mag ook niet normaal worden!

1Onderzoek uitgevoerd door zorgverzekeraar VGZ, Stichting IZZ en platform voor mentaal welzijn Openup. Eén op de vijf zorgmedewerkers voelt zich onveilig op de werkvloer - GGZ Totaal

2Wat zegt de wet over agressie op de werkvloer? Arboportaal. Wat zegt de wet over agressie op de werkvloer?

Geschreven door Bob van Weert, organisatie-adviseur bij DeVerandermotOR. Leer meer over Bob bij "het team" of op LinkedIn.

Geplaatst in: Nieuws

9 november 2022

De gesplitste persoonlijkheid van het OR lid

Veel OR leden zijn zich onvoldoende bewust van hun gespleten persoonlijkheid. Ze hebben namelijk twee petten op: die van medewerker en OR lid. En daar zit wel degelijk een verschil in. In dit artikel leggen we je uit hoe dat zit.

pilot advies of instemmingsplichtig

De spagaat van het OR lid

Als OR lid heb je een gesplitste persoonlijkheid. Je bent bezig met vragen zoals: Wat is mijn rol tegenover andere werknemers? Wat kan én mag ik wel of niet met anderen bespreken? Hoe blijf ik evenredig aan mijn collega’s?

Het werk dat je doet in een OR is mooi en vooral impactvol! Je kan echt het verschil maken voor zowel je collega's als de organisatie. Zonder mensen immers geen organisatie en zonder organisatie geen mensen. Je behartigt belangen die anders niet meegenomen zouden worden bij het maken van bepaalde beslissingen. Maar hoe zorg je ervoor dat het werk van de OR en jouw werk als werknemer gescheiden blijven?

De verschillen

  • Als medewerker kan je hiërarchische druk voelen vanuit het management, terwijl je als OR lid een gelijkwaardig gesprekspartner bent van de bestuurder.
  • Als medewerker hou je je meer bezig met jouw eigen belang of het belang van de afdeling. Als OR lid moet je denken aan het bredere organisatiebelang.
  • Als medewerker wil je alles bespreken met je collega’s, maar als OR lid moet je sommige onderwerpen vertrouwelijk behandelen. Vaak kunnen dingen nog niet gedeeld worden, wat echt het gevoel van een spagaat kan veroorzaken: je weet bijvoorbeeld al meer over een reorganisatie of een verhuizing, wat vervelende gevolgen kan hebben voor medewerkers. Hier mag je dan misschien nog niks over zeggen, als deze informatie onder embargo is verstrekt door de bestuurder.
  • Als medewerker heb je snel een mening over wat er gebeurt in de organisatie. Als OR lid ben je je ervan bewust dat je je oordeel uitstelt totdat je een volledig beeld hebt wat er aan de hand is.
  • Als medewerker overzie je het grotere plaatje vaak niet; je bent voornamelijk bezig met ‘wat betekent dat voor mij?’ Als OR lid begrijp je dat medezeggenschap een spel van geven en nemen is; je bent meer bezig met ‘wat betekent het voor de organisatie in zijn geheel?’
  • Als medewerker kan je tegen een bepaald besluit zijn dat door de OR wordt genomen. Maar als OR lid sta je wel achter het besluit van de OR. Naar de organisatie toe moet je als OR een blok vormen en niet een verzameling medewerkers die het met elkaar oneens zijn. Denk hierbij aan de participatieladder.

De twee petten van het OR lid

Denk aan jouw twee functies binnen de organisatie als twee petten. Het is waardevol te weten wanneer je welke pet opzet. Dit ligt aan het onderwerp van gesprek, degene met wie je praat en waar je bent. Het belang van jou als medeweker kan haaks staan op je belang als OR lid. Als OR lid is het je doel om de organisatie te bevorderen in al haar doelstellingen (zowel sociaal als financieel en organisatorisch). Je kan bijvoorbeeld achter een reorganisatie staan als OR lid, ondanks dat het een persoonlijk drama is voor jou als werknemer.

Wanneer zet je welke pet op?

De pet van de werknemer zet je op wanneer je bezig bent met je niet-OR werk en kletst met collega’s, en bijvoorbeeld wanneer je een overleg hebt over zaken die vallen binnen jouw taken en opdrachten. Alles op persoonlijk niveau dus.

De pet van het OR lid zet je op wanneer collega’s naar jou toe komen met zorgen of vragen en wanneer je met OR-werk bezig bent. Je zet deze pet op wanneer het gaat over overkoepelende onderwerpen die verder reiken dan je functie als werknemer. Hiervoor ontwikkel je als het ware antennes. Er kunnen hele waardevolle opmerkingen gemaakt worden op de werkvloer voor jou als OR lid.

Conclusie

Draag je als OR lid altijd je OR-pet of zet je af en toe ook je medewerker pet op? Het is belangrijk om het bewustzijn van deze dubbele identiteit aandacht te geven en concrete afspraken te maken over wat je van elkaar verwacht in de OR. Dit helpt om je OR-collega’s aan te spreken wanneer je het vermoeden hebt dat ze reageren vanuit hun medewerkers identiteit in plaats van als OR lid. Zorg ook dat het onderscheid voor je naaste (niet-OR) collega’s duidelijk is. Je wilt immers ook hun zorgen en input horen. Bewustzijn van het verschil zal uiteindelijk bijdragen aan een effectieve ondernemingsraad, omdat OR leden weten te reageren vanuit hun OR rol in plaats van hun medewerkersrol.

Geschreven door Bob van Weert, organisatie-adviseur bij DeVerandermotOR. Leer meer over Bob bij "het team" of op LinkedIn.

Geplaatst in: Nieuws

19 oktober 2022

Reikwijdte van de WHOA

Ondernemingsraad voor Dummies

Op 1 januari 2021 is de Wet Homologatie Onderhands Akkoord (WHOA) in werking getreden. Deze wet zorgt ervoor dat bedrijven waarvoor een faillissement dreigt, de mogelijkheid hebben om schulden te herstructureren middels een bindend akkoord voor alle schuldeisers en aandeelhouders.

Eerder schreef Rob Latten hierover een blog: https://ct2.nl/de-whoa-en-de-ondernemingsraad/. Voor meer informatie over de WHOA en rol van de ondernemingsraad verwijzen we je dan ook graag daar naartoe.

Nu de WHOA meer dan een jaar oud is, wordt de vraag gesteld wat precies de reikwijdte van deze wet is. Daarover wordt geprocedeerd. Wanneer een uitspraak kan worden verwacht is nog niet bekend.

De vraag die er ligt is of achterstallige pensioenpremies van bedrijfstakpensioenfondsen vallen onder de uitzonderingen voor de rechten van werknemers die voortvloeien ut de arbeidsovereenkomst. Deze rechten van werknemers vallen immers niet onder de werking van de WHOA en kunnen daarom niet meegenomen worden in een bindend akkoord.

Het beantwoorden van deze vraag is van grote betekenis omdat de pensioenpremies een groot onderdeel uitmaken van de kosten van een bedrijf.

Als ondernemingsraad is het van belang op de hoogte te zijn van deze wetgeving en zijn reikwijdte wanneer een faillissement dreigt.

Geschreven door Rob Latten, organisatie-adviseur bij DeVerandermotOR. Leer meer over Rob bij "het team" of op LinkedIn.

Geplaatst in: Nieuws

  • « Ga naar Vorige pagina
  • Pagina 1
  • Interim pagina's zijn weggelaten …
  • Pagina 7
  • Pagina 8
  • Pagina 9
  • Pagina 10
  • Pagina 11
  • Pagina 12
  • Ga naar Volgende pagina »
Een greep uit onze opdrachtgevers:
slider image
slider image
slider image
slider image
slider image
slider image
slider image
slider image
slider image
slider image
slider image
slider image
slider image
slider image
slider image
slider image
slider image
slider image
slider image
slider image
slider image
slider image
slider image
slider image
slider image
slider image
slider image
slider image
slider image
slider image
slider image
slider image
slider image
slider image
slider image
slider image
slider image
slider image
slider image
slider image
slider image
slider image
slider image
slider image
slider image
slider image
slider image
slider image
slider image
slider image
slider image

Contact

  • Algemene voorwaarden
  • Privacy-Statement
  • Disclaimer
  • Ervaringen
  • Kwaliteitseisen
  • Nieuwsbrieven

© Copyright 2022 - 2025 DeVerandermotOR · Alle rechten voorbehouden





Wij gebruiken cookies op onze website. Door op 'oké' te klikken of door gebruik te blijven maken van deze website, gaat u hiermee akkoord. Klik hier voor meer informatie.