Mythes over de rol van de OR: Deel 1
In veel organisaties met meer dan 50 medewerkers is een OR aanwezig, maar de rol van de OR is voor veel mensen soms onduidelijk. Er gaat veel misinformatie rond omtrent de rol en taak van de OR. In dit artikel bespreken we een aantal van deze misconcepties.
Mythes over de rol van de OR: Deel 1
De meeste werknemers binnen een organisatie weten dat de OR bestaat, maar weten vaak niet concreet wat de OR inhoudt. Het is daarom niet gek dat hier veel misconcepties over rondgaan. Ook OR-leden zelf lopen vaak rond met overtuigingen die misschien niet helemaal juist zijn. In dit eerste deel van deze serie over “mythes over de rol van de OR” gaan we in op een aantal van deze misconcepties.
Mythe: De OR is een soort vakbond
Dat is dus niet zo. Er zitten opvallende verschillen tussen een OR en een vakbond. Bijvoorbeeld: waar de OR een orgaan voor overleg is, is de vakbond een orgaan voor belangenbehartiging. De OR is intern, een orgaan binnen een organisatie, en een vakbond is extern. Dat zijn grote verschillen. Lees hier meer over het verschil tussen OR's en vakbonden.
Mythe: “De OR heeft toch helemaal geen invloed”
Als OR heb je wel degelijk invloed. Zolang je als OR een goede werkrelatie met de bestuurder hebt en op de hoogte bent van wat er gaat spelen, kan je in een vroegtijdig stadium invloed uitoefenen op basis van je uitgangspunten. Met inhoudelijke argumenten kan de OR de bestuurder overtuigen en zijn/haar ogen openen voor andere perspectieven. Vooral als je focust op het inhoudelijke gesprek, kun je als OR in een invloedrijke positie komen. Volgens de WOR heeft de OR recht op informatie, dus maak gebruik van dat recht.
Mythe: De OR moet toestemming vragen om een training te mogen volgen of een externe deskundige in te huren
Toestemming vragen is niet nodig. De OR dient dit voor te leggen aan de bestuurder. Vervolgens heeft de OR volgens de WOR recht op 5 trainingsdagen per jaar, plus 3 extra trainingsdagen wanneer een lid in een OR-commissie zit. Ook kan de OR zelfstandig kiezen om zich te laten ondersteunen door een (externe) deskundige, maar dat gebeurt voornamelijk bij het behandelen van complexe aanvragen waarvan deskundigheid in de OR ontbreekt. Dit kan zowel op inhoudelijk vlak (financieel, veranderkundig, HR, etc.) als bij procesbegeleiding (hoe tot een advies te komen). Het is dus wettelijk niet nodig om toestemming van je bestuurder te krijgen. Je moet het hem/haar wel voorleggen.
Mythe: Een positief advies is hetzelfde als een instemming
Dat is niet zo. Sterker nog, wij raden sterk af positief of negatief te adviseren. Advies is een inhoudelijk advies. Hierin geef je aandachtspunten aan, benoem je zorgen en risico’s en komt de OR met adviezen om deze zorgen en risico’s te minimaliseren. Instemmingsrecht is een ja of een nee. Bij adviesrecht gaat het om een inhoudelijk onderbouwd advies.
Mythe: Een OR werkt alleen maar reactief en niet proactief
Een OR is zeker niet alleen reactief. De OR kan gebruik maken van het initiatiefrecht (artikel 23 lid 3 WOR) om zelf ook onderwerpen aan te dragen. Ook vanuit de zorgplicht (artikel 28 WOR) kan de OR zelf onderwerpen inbrengen.
Zo heeft de ondernemingsraad van de Albert Heijn proactief een campagne opgezet om hun collega’s ervan bewust te maken dat ze zich moeten voorbereiden op de veranderende arbeidsmarkt. Deze ‘mijn werk van morgen’ dagen zijn een groot succes.
Conclusie
Zoals je leest, is er soms nog wat onduidelijkheid over de rol van de OR binnen een organisatie. Wij hopen dat deze post wat meer helderheid heeft gegeven over de daadwerkelijke rol van de OR. Heb jij ook mythen of misconcepties (gehoord) over de OR? Stuur ze naar ons toe en wie weet bespreken we deze in een volgend deel.
Geschreven door Bob van Weert, organisatie-adviseur bij DeVerandermotOR. Leer meer over Bob bij "het team" of op LinkedIn.