Politiek Primaat en de OR
Als OR heb je op diverse onderwerpen instemmings- en/of adviesrecht. De bestuurder mag geen besluiten nemen voordat de correcte medezeggenschap procedures zijn doorlopen. Bij overheidsorganisaties is hierop een uitzondering. De positie van de OR bij besluiten die genomen zijn door democratisch gecontroleerde organen, is beperkt. Zoals het kabinet en de Staten-Generaal op landelijk niveau, en de gemeenteraad en het college van B&W op gemeentelijk niveau. In dat geval zijn zij niet verplicht de OR om advies te vragen of met de OR te overleggen. Toch? Het ligt iets genuanceerder.
Het politiek primaat
Bij het ontstaan van de Wet van ondernemingsraden (WOR) was uitgegaan van het idee dat de OR overal dezelfde rechten had; zowel in het bedrijfsleven als bij de overheid. Dit bleek echter al snel niet gegrond. Binnen de overheid hebben we te maken met democratisch gekozen organen. Om te voorkomen dat de democratische besluitvorming tegengesproken wordt door de OR, is het primaat van de politiek vastgelegd in de WOR (artikel 46d onderdeel b). Het politiek primaat betekent dat de democratische besluitvorming voorrang heeft op medezeggenschap. Dit om onze democratie te waarborgen.
Wat kan de OR hier dan wel?
Alhoewel een OR bij besluiten van democratisch gekozen organen over het algemeen geen recht heeft op overleg of advies, is ook hier een uitzondering vastgelegd in de WOR. Wanneer een besluit gevolgen heeft voor het personeel heeft de OR wel recht op overleg en advies. Denk hierbij bijvoorbeeld aan besluiten rondom een reorganisatie of een herlocatie. Het politiek primaat gaat over de richting (de strategische besluitvorming), maar niet over de inrichting (gevolgen voor personeel en organisatie). Bij de inrichting is de OR dus wel betrokken.
Het politiek primaat in de praktijk
Wanneer wordt een beslissing gemaakt vanuit het politiek primaat (en heeft de OR dus geen rol)? Hier zijn wat voorbeelden om een duidelijker beeld te scheppen:
- Het besluit om te investeren in een publiek zwembad. Aangezien dit om de begroting van een politiek orgaan gaat, is het dus een politieke afweging en heeft de OR hier geen adviesrecht.
- Bij de politie werd een afdeling verplaatst naar een centrale locatie. Dit leek een besluit dat genomen was door de lokale eenheidsleider. Het besluit was echter onderdeel van de huisvestingsvisie van de hoogste baas van de politie: de politiechef. Deze politiechef valt onder verantwoordelijkheid van de minister en daarmee viel dit besluit onder het politiek primaat.
Hoe om te gaan met personele gevolgen, is wel een onderwerp waarbij de OR betrokken dient te worden.
Reikwijdte van het Politiek Primaat
Het laatste voorbeeld laat zien dat in de huidige lijn van de rechtspraak het primaat van de politiek al snel aanwezig is. Dit lijkt in tegenstrijd te zijn met het uitgangspunt van het primaat.
Bestuurders worstelen soms nog met het vraagstuk hoe medezeggenschap en politiek primaat zich tot elkaar verhouden. Zo was er een situatie waarbij het besluit genomen werd voor een verplaatsing van rijksambtenaren naar een nog te renoveren gebouw. De bestuurder weigerde in deze situatie duidelijkheid te geven over welke rijksonderdelen hierheen verplaatst werden en om hoeveel medewerkers dit ging. De OR kon in dat geval dus ook niet mee overleggen of beslissen over specifieke bouwwensen die belangrijk zijn voor de medewerkers die daar komen te werken.
Als uitgangspunt heeft de wetgever aangegeven dat het primaat van de politiek niet verder mag strekken dan strikt noodzakelijk. Wanneer er beroep wordt gedaan op het politiek primaat, is noodzakelijk dat concreet onderbouwd wordt waarom de medezeggenschap in dat geval beperkt wordt. Daarnaast is het relevant of een besluit daadwerkelijk voldoende “politiek gehalte” heeft.
In bovenstaande situatie is de keuze van verplaatsen niet adviesplichtig, maar over de gevolgen voor het personeel had de bestuurder de OR wel moeten betrekken.
Op dit moment wordt door alle partijen sterk gezocht naar waar de grenzen van het primaat van de politiek liggen. Dat partijen (van rechter en onderzoekers tot wetgever) de concrete uitwerking van het primaat gaan veranderen, lijkt daarmee onvermijdelijk.
Heeft de OR adviesrecht of niet?
Er zijn een aantal vragen die de OR kan stellen om te bepalen of zij recht hebben op (gedeeltelijk) adviesrecht, of niet.
- Valt het besluit binnen Artikel 25 lid 1 van de WOR?
- Is het besluit tot stand gekomen in een politiek proces door democratisch orgaan?
- Zorgt het besluit (mede) voor gevolgen voor (de werkzaamheden van) het personeel?
Als er bijvoorbeeld een besluit genomen is voor een herlocatie, heeft de OR alsnog inbreng over bijvoorbeeld reiskosten of andere zaken die geregeld moeten worden voor het personeel in kwestie. De bestuurder vindt vaak dat de OR daar dan niks meer van mag vinden, maar de OR heeft hier wel degelijk een formele rol.
Conclusie
Zet als OR het thema “politiek primaat” op de agenda en maak met de bestuurder heldere, procedurele afspraken. Zelfs als de bestuurder formeel de OR niet hóeft te betrekken, kan hij/zij dat nog steeds wel doen om enerzijds de kwaliteit van de besluitvorming te verhogen en anderzijds zorgen voor meer draagvlak. Heb je nog vragen over de rol van de OR in relatie tot het politiek primaat? Neem vrijblijvend contact met ons op.
Geschreven door Bob van Weert, organisatie-adviseur bij DeVerandermotOR. Leer meer over Bob bij "het team" of op LinkedIn.