Mythes over de rol van de OR: Deel 2
Er is een OR in bijna iedere organisatie, maar de rol van de OR is voor veel mensen soms onduidelijk. In dit artikel bespreken we een aantal van deze misconcepties. Lees deel 1, hier.
Mythes over de rol van de OR: Deel 2
De meeste werknemers binnen een organisatie weten dat de OR bestaat, maar weten vaak niet concreet wat de OR inhoudt. Het is daarom niet gek dat hier veel misconcepties over rondgaan. Ook OR-leden zelf lopen vaak rond met overtuigingen die misschien niet helemaal juist zijn. In dit tweede deel van deze serie over “mythes over de rol van de OR” gaan we in op nog aantal van deze misconcepties (lees deel 1, hier).
Mythe: De OR is gebonden aan een vast budget
Dit is niet zo. Nergens in de wet staat dat je je moet houden aan een bepaald budget. Wat er staat is dat de OR trainingen mag volgen of deskundigen mag inschakelen en dat de kosten redelijkerwijs voor de bestuurder zijn. Het is wel netjes om een inschatting te maken van de kosten die je als OR verwacht te maken in een jaar. Spreek dus niet van een budget maar van een begroting.
Mythe: Je hebt wettelijk 6 weken voor een advies/instemmingsaanvraag
Dit is een aloude misconceptie, want dat staat nergens in de wet. Dat zou ook raar zijn. Want de termijn die de OR nodig heeft is afhankelijk van een aantal factoren (grote van de aanvraag, complexiteit, volledigheid van informatie, in welke mate de OR vroegtijdig is betrokken etc.). In de wet staat niet dat de OR een afweging moet maken tussen snelheid en zorgvuldigheid. Wel dat er minimaal 1 keer overleg is geweest en dat het in redelijke termijn gegeven moet worden. Maar wat is redelijk? Als de OR geen volledige informatie heeft, kan het redelijkerwijs geen goed advies geven. Daarom is het belangrijk om de bestuurder te laten weten wat je als OR nodig hebt om tot een advies te komen.
Mythe: De WET is leidend in het OR werk
Dat is niet zo. De wet is het minimum en de relatie is het maximum. De WOR is dan ook een ‘kader wet’. Het geeft de contouren aan, maar de OR kan in samenspraak met de bestuurder zelf invulling geven over hoe medezeggenschap wordt gevoerd binnen de organisatie. Zo mag je als OR (in samenspraak) afwijken van sommige wettelijke bepalingen. Op die manier biedt de WOR ruimte om invulling te geven aan medezeggenschap passend bij de organisatie. Bijvoorbeeld, bij een organisatie die niet onder een cao valt zie je vaak een uitbreiding van het instemmingsrecht, beschreven in een convenant, welke aangeeft dat de bestuurder instemming vraagt aan de OR wanneer er een wijziging in de arbeidsvoorwaardenregeling plaats gaat vinden.
Mythe: De OR heeft geen rol bij een pilot
Dat is wel zo, maar het begint überhaupt bij het beoordelen of er wel sprake is van een pilot. Er wordt al snel gesproken van het woord 'pilot'. Terwijl het eigenlijk een geleidelijke invoering is van een verandering. Pilots zijn over het algemeen bedoeld om bijvoorbeeld een bepaalde werkwijze te onderzoeken op haalbaarheid en werkbaarheid in de praktijk. Een pilot is dan ook omkeerbaar, tijdelijk, meetbaar en kleinschalig. Als een van die dingen dus niet zo is, is het geen pilot. Regelmatig worden pilots in organisaties wel gedaan over instemmings- dan wel adviesplichtige aangelegenheden. Wil je erachter komen of er sprake is van een pilot en wat de rol van de OR daarbij is? Lees dan deze pdf.
Conclusie
Zoals je leest, is er soms nog wat onduidelijkheid over de rol van de OR binnen een organisatie. Wij hopen dat deze post wat meer helderheid heeft gegeven over de daadwerkelijke rol van de OR. Heb jij ook mythen of misconcepties (gehoord) over de OR? Stuur ze naar ons toe en wie weet bespreken we deze in een volgend deel.
Geschreven door Bob van Weert, organisatie-adviseur bij DeVerandermotOR. Leer meer over Bob bij "het team" of op LinkedIn.